Sam


15/08/1997 - 08/06/1998
11 oktober 1997.
Een paar dagen geleden een intiem gesprek gehad met de buuv. Of wij geen kinderen wilden, we waren nu immers getrouwd. Mijn antwoord daarop was dat wij geen kinderen wilden, maar wij wilden honden. Helaas kon dat niet omdat we alletwee veertig uur werkten. De reactie van de buuv was heel direct en spontaan:
"Oooooooo, maar ik wil wel 2 dagen in de week oppasmoeder spelen hoor! Ik wil geen eigen honden meer, maar 2 dagen in de week zou ik graag nog een hondje willen hebben!"
Ik: "Meen je dat echt?"
Zij: "Jazeker"
Ik: "Heel echt serieus?"
Zij: "Jaaaaaaaaaaa, absoluut!"
En dat hele gesprek speelde die zaterdagmorgen door m'n hoofd. Terwijl ik de Telegraaf aan het doorbladeren was. En ik, die normaal nooit bij de advertenties keek, zag zomaar een advertentie van Golden-pups. Er lag een nestje, vlakbij waar mijn ouders woonden. En ik zou toevallig die dag naar mijn ouders gaan (180 km verderop) i.v.m. een reunie van de lagere school.
Overlegt met Pieter. Ik ga echt alleen maar kijken. En toen zat jij daar Sam. Met je witte streepje over je voorhoofd. In die smerige schuur. En natuurlijk heb ik je meegenomen, hoe kon ik jouw ogen weerstaan?
Onderweg dacht ik nog wel "ohhhhhhh jemig, wat ben ik begonnen? De buuv meende het vast niet toen ze zei dat ze wel 2 dagen op wilde passen". Maar gelijk daarna zag ik dat zoete puppekind in m'n armen, en wist ik dat er wel een oplossing zou komen. Desnoods alletwee halve dagen gaan werken, en een biefstuk minder.
Pieter kon niet wachten tot ik weer terug in Scheveningen was. Maar dat werd wel de volgende dag dus. En ook Pieter was vanaf moment 1 helemaal verliefd op je. Ook de buuv was nog steeds blij, stond nog steeds achter haar aangeboden oppasdagen, dus vanaf dat moment hoorde jij bij ons leven.
Je eerste 7 weken waren niet super. Toen ik je meenam was je ook niet super. Je was zo mager als een lat, en je wollige puppenvacht was al met 7 weken bijna weg.. Je start was niet goed, maar we hebben het vervolg wel zo goed mogelijk proberen te doen.
Je was vreselijk baasgezind (en je had er 3, Pieter, ik en de buuv). Je was heel blij en dankbaar met alles wat je kreeg. Je baasjes waren je alles.
Totdat ik het - toen je 8 maanden was - tijd vond om naar cursus te gaan. Puppencursus hadden we al gedaan natuurlijk, maar nu zou het echte werk beginnen. Ik weet nog steeds niet waarom ik dat toen zo nodig vond. Je luisterde prima, je liep geen 10 meter van ons weg, je was echt een heel gemakkelijke hond.
Maar goed. Ik had het verzonnen. Je ging naar een Martin Gaus school. Gehoorzaam in 10 lessen.
Het was werkelijk een drama. Jij, die al ging kotsen als je de auto van buiten zag, moest 3x in de week een half uur mee iin de auto. Ik met lege maag op het veld (want tussen werk en naar cursus gaan had ik geen tijd om te eten) en jij alleen maar bibberen en naar me opkijken "Doe ik het zo goed dan????"
Afschuwelijk.
Maar 3,5 week overleven we wel. Jij was ons eerste hondje, dus ik dacht dat we er goed aan deden. De avond van de laatste les hebben we een feestje gevierd, samen met de buurtjes. Zooooooo, klaar die lessen. Alleen nog maar een examen van 5 minuten, dan hoef je nooit meer op cursus!
Nee. Dat hoefde ook nooit meer.
Toen de buurtjes weg waren is Pieter het laatste rondje met je gaan doen. Je mocht nu weer los van de lijn (tijdens de cursus moest je ten alle tijde vast blijven, zodat je niet de fout in kón gaan) op je favoriete snuffelplekje. Helemaal omheind. Helemaal veilig. Als je klaar was met snuffelen ging je altijd keurig voor het hekje zitten, wachten tot wij je riem omdeden en het hekje weer open maakten.
Maar die avond was jij door het dolle. Pieter zat niet op te letten omdat een onguur persoon een stukje verder rare dingen stond te doen.
En jij bent door het hekje gelopen. De weg overgestoken, weg van het baasje. Iets wat je nog nooit had gedaan. En uiteraard kwam er een auto met een gangetje van 80 aan die jou niet meer kon ontwijken.
Je hebt Pieter nog even hulpeloos aangekeken, toen jullie samen op het wegdek lagen. Jouw koppie in zijn armen. Je wist het.
De dierenarts kon niets meer doen. Van buiten zag je ernog heel gaaf uit, maar van binnen was alles stuk Toen ik in de praktijk aankwam was je al dood.
Ons eerste hondje. Nog geen 10 maanden oud. Wij hebben heel veel fout gedaan. Maar dankzij jou hebben wij nu wel 2 voorbeeldige hondjes.
Ik hoop dat je op ons blijft wachten aan die andere kant van de brug. We zijn je eeuwig dankbaar, Sam. Dag lieverd!
Boy


28/04/1998 - 29/10/1999
In eerste instantie wilde ik helemaal niets na de dood van Sam, zéker geen nieuwe pup. Maar al na een week komt de blinkend schone vloer me tegemoet. Als ik thuis kom is het huis kaal en kil. Ik loop niet meer buiten, hoewel het juni is.
Dus al heel snel is het besluit gevallen. Er komt weer een pup in huis. En wel van diezelfde boer (die ik overigens geen broodfokker wil noemen; het is een man van 85 die nog iets om handen wil hebben; jammer alleen dat niemand hem kan overtuigen dat hij beter slaplantjes kan gaan kweken).
Ik weet intussen alles van broodfokkers. Van hondjes die in een donkere schuur hun eerste levensweken doorbrengen. Maar ik moest en zou terug naar die boer. Iedereen heeft me proberen tegen te houden, maar ik was vastbesloten. Achteraf weet ik dat ik nog veel te emotioneel was, ik was m'n verstand kwijt. Ik wilde een stukje Sam terug.
Maar de pup kwam. Zes-en-halve week oud. Dat stukje verstand had ik nog wel, dat ik die schichtige pup van 9 weken daar moest laten, en dat ik dat hele jonge pupje mee moest nemen. Mocht eigenlijk niet van de boer, omdat de pup z'n 2e enting nog niet had gehad. Maar na lang praten kregen we hem mee. En we kregen 50 euro korting omdat we nu zelf de enting moesten geven.
En dus was er weer leven in huis. Sammy's boy. Oftewel Boy. Leek alleen in helemaal niets op degene waar hij naar vernoemd was. Dat was maar goed ook. Boy had een heel eigen karaktertje. Lekker stout. Zelfstandig. Wel wat lastiger soms, want echt baasgericht was hij ook niet. Maar het was een heerlijke hond. Aanwezig.
Als we het bos inliepen mocht hij altijd los. Maar zodra we de terugweg aanvaardden (al waren we middenin het bos), ging hij aan de riem. Bij Boy heb ik nooit het vertrouwen gehad dat hij wel bij me zou blijven. Als ons een kind tegemoet kwam, dan wist ik zeker dat hij naar het kind zou rennen en mij zou laten staan. Dus van mij mocht hij niet veel.
Van Pieter wel. Pieter had een rotsvast vertrouwen in de honden, en vond - en vind - dat ze hond moeten kunnen zijn.
Maar goed. Om het drama compleet te maken. Toen Boy 1,5 jaar en 1 dag was, is hij van z'n speelveldje weggelopen. Ventweg overgestoken, grasveld overgestoken, en wilde de weg oversteken om eens lekker te gaan buurten bij die lachende, giechelende pubers aan de overkant.
Op zo'n moment wàs Boy niet terug te roepen, dat was zijn grootste gebrek.
Ik sliep al, maar toen om half 12 de telefoon ging wist ik het al. Ik heb wat kleren uit de kast getrokken en ben gillend naar de plek des onheils gerend. En daar lag Boy. In de goot bijna. Nog geen meter van de stoeprand af. De klap was absoluut gelijk fataal geweest. Ze hebben hem de dierenambulance in gedragen, en ik heb nog een kwartier bij hem gezeten. Helemaal van de wereld was ik. Wel weet ik nog dat de man van de dierenambulance bij me kwam zitten. Ik jammerde dat het niet kon, niet mocht. Twee honden in 1,5 jaar tijd. Op 2 straten van elkaar. En de man wist het. Jankte met me mee. Hij was toevallig ook degene die anderhalf jaar daarvoor Sam had vervoerd...
Toen was het leven als hondenbaasje wat mij betreft voorgoed van de baan. Blijkbaar konden wij alleen maar jonge honden de dood in jagen, dus wij waren geen hond waard.
Ondertussen bleef ik contact houden met de fokster waar ik al contact mee had toen we Sam net hadden. We waren toen al van plan om onze tweede hond bij haar te halen, maar dan moest Sam eerst 2 jaar oud zijn. En toen kwam Boy er tussendoor, die ook de 2 niet haalde.
Na een half jaar heb ik haar langzaam aangegeven dat er misschien toch wel weer een hondje zou komen. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. We zouden gaan verhuizen naar een groot huis, met een grote tuin (gekocht toen Boy nog leefde). Onze werktijden waren nog steeds helemaal aangepast aan een hond, alleen was er geen hond meer die uitgelaten moest worden. En toen de fokster vertelde dat ze Jos zou laten dekken, was de beslissing gemaakt. Ergens in augustus zou er dan eindelijk weer een hond in ons huis rondlopen. Na bijna een jaar hondloos te zijn geweest.
En op mijn 33e verjaardag 's avonds om 10 uur krijg ik een mailtje. Gefeliciteerd, en of ik maar even op die en die site wil gaan kijken. Ik zie een webcam, met mama Jos. En drie puppen. Yessssss, ons puppenkind is geboren! Even later zie ik 4 puppen, onee 5 puppen... Afijn, ik was naar de bevalling aan het kijken van onze oooo zo gewenste Saar. Wat een geweldig verjaardagskado!
En nu, 4 jaar later, kan ik de fokster alleen maar heel erg dankbaar zijn. Juist omdat ze ons hele verhaal kende, juist omdat ze onze karakters kende, precies daarom heeft ze de perfecte pup voor ons uitgezocht. Superbrave Saar, met een enorme will to please. Dat hadden we echt even nodig toen.
En op 11 oktober 2002 mochten we Miep halen. Exact 5 jaar nadat ik Sam had opgehaald. Miep was eigenlijk gewoon een dondersteen, maar wel een hele zoete. Die door mama Saar in toom gehouden wordt. Een harmonieuzere combinatie bestaat er volgens mij niet.
Sam en Boy hebben te kort geleefd. Maar wel heel intens. En ze hebben van ieder moment genoten.
En ze hebben ons in heel korte tijd, "honden-wijs" gemaakt. En wij zijn dus heel erg blij dat we deel uit mochten maken van hun leven.[/img]