Dat je ze bijna ziet denken, “dat kan jij wel zeggen, maar ik geloof er niets van”.
Maddie heeft het als ze een enkele keer een molshoop binnenste buiten keert. Dan zeg ik, als je er voor moet graven vang je hem niet hoor. Is ook elke keer waar. Maar. Maddie ruikt een mol, en dus is er een mol. Dus ze graaft lustig door om na 5 minuten te concluderen dat ik weer gelijk had.
Fitz heeft het met wandelaars. Mensen met honden. Logisch. Fietsers. Logisch. Hardlopers. Logisch. Skeelers, ruiters, brommers, auto’s, allemaal logisch.
Maar waarom iemand zonder hond zou gaan wandelen, dat is niet logisch.
Als je wandelt heb je een hond bij je. Ook al is die hond niet zichtbaar. Dus een wandelaar moet je zorgvuldig bekijken. De meeste wandelaars, however, lijken toch iets zenuwachtig te worden als een grote herder ze alert en verwachtingsvol aanstaart.
Als oplossing heb ik het commando, daar is geen hond bij! verzonnen. Voor de betreffende wandelaar gelijk duidelijk dat mijn hond niet vindt dat zijn/haar kuiten er hapklaar uitzien en naar ik dacht duidelijk voor Fitz.
Nou.
Niet dus. Fitz geloofd er niets van, wil het liefst even gaan kijken of er niet op magische wijze een hond uit de jas getoverd gaat worden, snuift hoopvol in de lucht en kijkt achter de struiken. Elke keer weer

