Januari 2014 opende ik dit topic: Verdomme, rothond!Manu schreef:Losloopgebied of niet, mijne gaan niet los als ik zie dat ze wild ruiken of weet dat er wild zit. Ik zal ze nooit los laten in het bos. Zelfs in 't Leesten vond ik het eng.
De duinen ook, echt niet. Als we naar het strand gaan lopen we een meter naast de zee, en al komt de wind uit de duinen waaien ben ik ook heel voorzichtig en extreem alert.
Daarna ben ik, zoals sommige forummers wel weten, heel hard aan de slag gegaan om die rothond weer in het gareel te krijgen. Enige aandacht voor mij te krijgen, samenwerken, veel lopen, en tot op de dag van vandaag heb ik ogen in mijn achterhoofd en zenuwen als hij wel los loopt.
Pas begin dit voorjaar heb ik de riem los geklikt op het strand. Ik vond het doodeng.
Mijn adem stokte, mijn hart zat in mijn keel en zodra hij buiten die cirkel van 10 meter komt stond ik al als een bezetene te roepen. Zakken vol snoep, maar nee hoor. Manu wil geen snoep, Manu wil rennen
Dan gaan we daarmee aan de slag. "Ohhhh kíjk! Een schelpje, wooooow, moet je kíjken"!
Daar kwam 'ie, schelpje kijken, ik gooi het, ik gooi er een snoepje achteraan dat hij mag vangen en dan rennen we samen een stukje om een spelletje te doen. Daarna gaat hij weer, "lopen maar" en zo kon ik controleren of hij me nog in de smiezen had.
Laatst ging ik alleen met ze op pad, allebei de honden los, naar een omheind stuk duin in Monster, de 'hondendijk'.
En het ging mis.
Manu sprong in de sloot, zwom om het hek heen en ging achter de eenden aan. Shit.
Ik voel me op zo'n moment zo machteloos, een kneus, falende. Ik roep hem maar hij komt niet.
Vlak daarna zie ik hem omkijken, ik roep nog een keer en probeer mijn stem normaal en rustig te houden. Uma staat intussen naast me te piepen.
Een man komt op ons aflopen met zijn handen in zijn zakken: "mooie hond".
Ik kijk hem wat paniekerig aan en lach zenuwachtig. "Die looks maken er niks leukers van, hij is er vandoor".
Intussen was Manu inderdaad uit zicht.
"Loop maar mee", zegt hij. "Hij is het snel zat als zijn baas en teef uit zicht zijn".
"Nee", zeg ik, "dat interesseert hem minder dan niks. Vaak zat geprobeerd, en bovendien maak ik me ongerust om die eenden".
"Zwem je er nu achteraan dan? Hij kan jagen en jij staat te wachten, hij heeft zijn eigen feestje".
Verdomme, hij had een punt.
Twijfelend liep ik met de man en zijn hond mee. Uma vond zijn hond heel leuk en de twee renden door het hoge gras.
Ik bleef omkijken of Manu al zou komen. "Niet kijken", zei de man, "hij loopt een paar meter achter ons".
Ah.
Nog een keer plons. Manu lag weer in de sloot en ging nogmaals achter een eend aan.
Op die dijk zit een grote heuvel, we liepen naar de andere kant van die heuvel zodat Manu ons niet meer kon zien en ja hoor, daar stond hij.
Hij kwam gelijk naast me zitten, ik heb hem niet aangekeken of iets gezegd en we zijn doorgelopen. Manu wist dat al, hij liep namelijk keurig naast me mee.
Hierna had mijn vertrouwen toch een deuk opgelopen.
Kon ik nu ook al niet meer naar omheinde stukken? Omdat hij precíes dat zwakke stukje hek gaat zoeken?
Wat kon ik nou nu nog doen?!
Ik ben een flutbaas, hij vindt mij niet boeiend, hij neemt me in de zeik en loopt alleen braaf mee als ik samen met iemand ben.
Nu ben ik gisteren samen met Agnes (Sulluna) en Sultan en Luna een lange wandeling gaan maken door de duinen en over het strand.
Het eerste pad waar we komen is in een soort park, omheind en loopt langs de duinen. Op goed vertrouwen liet ik hem weer los. Hij liep ver voor me uit maar ik wilde hem niet roepen. Ik moet toch wat meer vertrouwen in hem krijgen.
Uiteindelijk zag ik hem van het pad af gaan, naar boven, richting duinen dus. En ja hoor, hij had wéér een zwak punt in het hek gevonden waar hij er zo onderdoor kon floepen. De moed zakte me weer in de schoenen. Gelukkig zag ik hem. Ik ben zelf over het hek geklommen, liep zo'n 5 meter richting hem en bukte naar de grond: "woooow"! Manu keek direct op.
"Kíjk dan! Wauw!"
Manu kwam naar me toe en ik pakte een dennenappel van de grond en begon te rennen terwijl ik "waaauw" bleef roepen
Hij kwam heel enthousiast met me mee, ik gooide de dennenappel naar hem, hij ving het en kroop vol trots weer onder het hek door mee naar het pad.
Ik had hem uit de dúinen gekregen! De duinen!
Nog een paar keer verdween hij even uit zicht (dit keer niet door het hek heen maar ergens de bosjes in), en weer kwam hij na een minuut of 2 weer tevoorschijn en volgde ons. Ik heb hem bewust niet geroepen. We kwamen een stuk in waar de duinen open zijn. Het is losloopgebied maar er zouden zomaar veel konijnen kunnen zitten.
"Probeer maar", zei Agnes. "Maar blijf zelf rustig en vertrouw erop".
Ik beet op mijn lip en fronste flink. Dit was echt een test, want ik wist gewoon 95% zeker dat dit fout kon gaan.
Manu rende voor ons uit, ging linksaf en ik besloot door te lopen. Hij zou aan mijn stem kunnen horen dat ik wist dat hij toch niet zou komen.
En maar heel even later stond Manu weer op het pad, een heel eind terug. Te staren, de verkeerde kant op
"Maaaanu!"
Hij kijkt om en neemt een flinke sprint om een aai te komen halen. We lopen nog een paar honderd meter door de duinen waarin hij aan alle konijnenkeutels en holen snuffelt, óp het pad.
Daarna roep ik hem om even aan te lijnen om over te kunnen steken en hij gaat keurig op zijn gat naast me zitten.
Ik ben stomverbaasd.
Ik ben zó trots. Hij vindt me belangrijk en zelfs in de duinen waar met schemer toch heel wat konijnen zitten komt hij me weer zoeken.
Het is een heel verhaal geworden
Ik wilde graag mijn trots delen. En natuurlijk blijven we werken en bepaalde gebieden geheel vermijden of blijft hij aangelijnd.





