
Toen we je kregen wisten we nog niet dat onder dat hele schattige uiterlijk een kleine dondersteen zat. Ik ging een hondje ophalen bij de stichting waar we opvanggezin voor waren geworden. Daar aangekomen kwam niet dat hondje op ons afgelopen maar jij kwam helemaal enthousiast aangehuppeld en wilde direct knuffelen. Vier maanden oud was je ongeveer en je kwam uit Gran Canaria.
dat andere hondje ging mee maar jij ook. Als opvang natuurlijk want we hadden Beer en Balou al.
Na een aantal weken kwamen er mensen voor je kijken. Een man, vrouw en klein meisje. Ze zagen jou wel zitten en je ging met ze mee om daar te gaan wonen. Ik had ze al verteld dat je nog moest wennen en dat je soms extreem kon schrikken en nog niet goed alleen kon zijn. En dat je erg gek was op eten en dat ook gewoon pakte als je er bij kon.
Drie dagen later kregen we je terug. Je had een koekje afgepakt van het kleine meisje, had de bench ondergespuugd en gepoept toen ze direct je uren alleen hebben gelaten daarin. Ik pakte je aan, je rende naar binnen, ging languit op de bank liggen met een diepe zucht en ging slapen op je rug met je buikje bloot. Op dat moment werd je mijn hond

We hebben veel met je meegemaakt, en altijd moest ik om je lachen. Om je aandoenlijke goed willen doen en toch vaak mislukkende acties. Afscheid nemen moet, maar eigenlijk had ik nooit afscheid van je willen nemen. Je bent voor altijd in mijn hart lief mannetje.