Heilig, heilig, heilig is de vechthond
Veel mensen zullen alleen al dit opschrift zien als een provocatie - en zo is het ook bedoeld. Als een provocatie die even kort tot nadenken stemt. Wanneer je regelmatig in de sociale netwerken van hondenbezitters onderweg bent, wordt je al snel duidelijk gemaakt dat de term 'vechthond' een absolute no-go is. En dat zogenaamde lijsthonden (honden die in Duitsland op een lijst staan van rassen/typen waarvoor houderschapsbeperkingen gelden => voornamelijk 'vechthonden') allemaal met een heiligenkrans geboren worden.
Daarbij doet zich iets grappigs voor. Ik noem het de Border Collie - pitbull paradox. Beklaagt iemand zich op internet dat zijn Border Collie een ongewenste uitlaatklep voor zijn overtollige energie heeft gezocht en gevonden, dan wordt hem van alle kanten uitgelegd hoe belangrijk het is deze honden vanwege hun fokselectie op werklust zo effectief mogelijk af te matten, zodat ze niet op dwaze ideeën komen. Klik je op de volgende post, waar de eigenaar van een pitbull zegt dat zijn beschermeling zich nogal agressief tegenover soortgenoten gedraagt en vraagt of dit te wijten zou zijn aan het ras, dan duiken diezelfde deskundigen op en vertellen dat er geen 'vechthonden' bestaan, dat honden alleen maar zo 'gemaakt' worden, en dat dit hoe dan ook altijd 'de andere kant van de lijn' (oftewel de eigenaar) te verwijten valt.
Dezelfde mensen dus, die in het alledaagse spraakgebruik er geen enkel probleem mee hebben om een Weimaraner of een Duitse Draadhaar als een jachthond of een Husky als een sledehond aan te duiden, zijn doorgaans heel goed in staat om in de volgende zin met diepe innerlijke overtuiging te beweren dat vechthonden niet bestaan. Bij de ene rasgroep wordt daarmee de genetica volledig erkend als een cruciale factor voor een specifiek gedragsrepertoire, bij de andere rasgroep wordt deze echter met dezelfde vastberadenheid naar het rijk der fabelen verwezen.
Wat is een jachthond? Een hond van een ras dat gedurende vele generaties is geselecteerd op de lichamelijke en geestelijke eigenschappen die als onmisbaar gelden voor het gebruik in de jacht. Een pitbull of American Staffordshire echter, afstammeling van honden die over vele generaties met uiterste consequentheid op eigenschappen werden geselecteerd die nodig zijn voor het gevecht tegen andere dieren (oorspronkelijk stieren, later honden), mag niet worden aangeduid als 'vechthond'? Je moet de vraag kunnen stellen of dit logisch is...
Natuurlijk is het niet logisch, en we waren ook niet altijd zo politiek correct. Dit soort taalcensuur is slechts 15 jaar oud. In de dagen voor de rassenlijst stonden de houders van de betreffende honden zelf ook niet afwijzend tegenover de aanduiding 'vechthond'. In die tijd kon je als leek vragen "Is dat een vechthond?" en kreeg je als antwoord meestal een simpel ja of nee. En niet een boze, een half uur durende instructie over de zin of onzin van deze vraag. Dr. Dieter Fleig, oprichter van de Kynos uitgeverij, had er in de vroege jaren '80 geen probleem mee zijn tweedelige standaardwerk over deze rasgroep met "Vechthonden" te betitelen, in de eerste editie zelfs met de dramatisch-trotse ondertitel "Gladiatoren".
Pas in juni 2000 veranderde alles: In Hamburg werd de zesjarige Volkan gedood door twee tot het pitbull / Staffordshire soort behorende honden, Ginny en Zeus. Met een in de Duitse politiek zelden geziene snelheid werden daarna wettelijke regelingen getroffen, die ook de rassenlijst inhielden die deels nu nog bestaat. In deze per deelstaat verschillende lijsten zijn rassen opgenomen die worden geacht een verhoogde neiging tot agressie te hebben, en die daarom worden beschouwd als een gevaar voor mens en dier. Het houden van deze rassen is ofwel verboden, of alleen toegestaan onder voorwaarden.
Deze lijsten waren en zijn een vergissing. De evaluatie van het potentiële gevaar van een hond moet ofwel een punt van individuele beoordeling zijn, of rasoverstijgend worden afgemeten aan de lichaamsgrootte. Permanente weerstand tegen de rassenlijsten is in mijn ogen dus volstrekt legitiem en heeft mijn volledige instemming. Net als veel dierenartsen ben ik een fan van de bull-rassen.
Maar als deze weerstand - zoals nu helaas vaak het geval is - de vorm aanneemt van een steeds zinlozer tegenpropaganda, dan is dat in mijn ogen eerder contraproductief. Voor de meeste met intelligentie gezegende mensen is die gemakkelijk als tenenkrommende onzin te doorzien.
Naast de inspanningen om 'vechthond' tot een niet-woord te verklaren, valt daaronder natuurlijk ook de poging om de lijsthonden als bijna heilig te presenteren, volkomen ongeschikt tot enig kwaad. Dat begint met foto's of video's van lijsthonden in nauw lichaamscontact (soms in vanuit gedragsdeskundig inzicht kritieke situaties!) met baby's en kleine kinderen. Het gaat verder met voor het niet-hondengekke publiek volledig onbegrijpelijke reacties op meldingen in de media van bijtincidenten waarbij 'vechthonden' betrokken zijn.
Maar als veel lijsthond-eigenaren in de sociale netwerken hun zin krijgen, dan moet de pers zich in de rapportage van bijtincidenten soortgelijk (en even verkeerd!) gedragen als na de gebeurtenissen rond Oud en Nieuw in Keulen. Net zoals de pers in die zaak eerst na lang aarzelen op de etnische afkomst van de boosdoeners is ingegaan, moet ze bij bijtverwondingen van mensen het betrokken hondenras zoveel mogelijk onvermeld laten. Dit geldt echter alleen wanneer er werkelijk een 'vechthond' betrokken is. Betreft het daarentegen een Teckel of een Retriever, dan mag dat in de regel zonder bezwaar vermeld worden. Het kan zelfs gebeuren dat dit met een zeker genoegen - "Zie je wel, ook Goldens bijten!" - opgemerkt wordt.
Maar oh wee als een Rottweiler, een Staffordshire of een Bull Terrier een kind in het ziekenhuis doet belanden. Uiterlijk vanaf het derde commentaar op een dergelijk bericht gaat het - onverdraaglijk genoeg - niet meer over de gezondheid en het welzijn van het gewonde kind. Dan gaat het alleen nog maar om de bezorgdheid over hoeveel dit incident en de sensatiebeluste berichtgeving daarover afbreuk doen aan het imago van de lijstrassen. Daarbij schroomt men niet om, zonder nadere informatie, de verwondingen van het slachtoffer zoveel mogelijk te bagatelliseren en bij de media een stelselmatige neiging tot overdrijven te veronderstellen. Het in het geval van Rottweiler Pasha in Duisburg maar amper aan de dood ontsnapte kleine meisje in het ziekenhuis werd snel vergeten, terwijl men er zich in talloze commentaren verhit het hoofd over brak hoe en door wie "de arme hond" nu moet worden "geresocialiseerd".
Ik zou het op prijs stellen als de vrienden van de bull-rassen en andere lijsthonden zouden ophouden de intelligentie van het publiek te beledigen op deze manier. Noch draconische spreekverboden, nog een schamel bagatelliseren veranderen de lastige positiewisseling. Wie zelf zonder aarzeling jachthonden, herdershonden en kuddebewakers een grotendeels onderscheiden genetische aanleg toeschrijft, kan niet bij 'vechthonden' plotseling een 180 graden draai maken, elke genetische predispositie botweg ontkennen en geloofwaardig blijven. En het vaak absoluut niet aanwezige medeleven met de slachtoffers van bijtongevallen, in combinatie met de grootst mogelijke zorg voor de betrokken 'vechthonden', is voor mij ronduit weerzinwekkend.
Daarbij komt het probleem, dat de mens er op zichzelf erg goed in is om instinctief de gevaarlijkheid van een dier vrij correct in te schatten. Ons leven hing tenslotte gedurende lange periodes af van onder andere dit vermogen. En een Staffordshire of pitbull laten nu eenmaal alleen al optisch alle alarmbellen van het onderbewustzijn rinkelen. Het uiterlijk maakt het veelal mogelijk bepaalde conclusies te trekken met betrekking tot het gebruik van een hondenras. Iedereen die een dergelijke hond ziet, weet vanuit z'n onderbuik direct waarvoor hij oorspronkelijk werd gefokt.
De enige fout die de niet-ingewijde maakt, is dat hij de risico's vooral op zichzelf betrekt, ook al zijn de Bull-rassen gemiddeld genomen mensgerichter dan menig ander ras of rasgroep. Maar als niet-ingewijde mag hij deze fout nu eenmaal maken. Het is zijn recht om uit het uiterlijk van het dier bepaalde conclusies te trekken. En het is zijn recht om zich in de maling genomen te voelen, wanneer iemand beweert dat een hond wiens hele verschijning onthult dat hij is geoptimaliseerd om aan te vallen en te vechten, volledig volgzaam en onschadelijk is. Daaraan veranderen hoeveel foto's ook van met baby's knuffelende pitbulls helemaal niets.
Zo komen we niet verder. Vooral de fans van de besproken rassen moeten ophouden met hun op het publiek volkomen geschift overkomende pogingen om hun honden van een heiligenkrans te voorzien. Zij zullen de feiten onder ogen moeten zien en concessies moeten doen. Feit is, dat de rassenlijst in wetenschappelijk opzicht fout is. Maar het is ook een feit dat de 'vechthonden' op de niet-ingewijde angstaanjagend over kunnen komen. Reden waarom een meerderheid van de bevolking zich met enig recht afvraagt, waarom iemand bij een keuze uit meer dan 350 FCI-rassen per se een 'vechthond' moet houden. Feit is ook dat de 'vechthonden' bepaalde door fokselectie verkregen kenmerken hebben die ervoor zorgen dat (de per saldo weinige) bijtincidenten met hen beduidend slechter aflopen dan bij andere rassen. Politici kunnen er zeker van zijn dat zij, alleen al om deze reden, met een restrictieve wetgeving de wil van de meerderheid uitvoeren.
Feit is echter ook, helaas, dat de 'vecht'- oftewel lijsthonden bijzonder aantrekkelijk zijn voor mensen die totaal ongeschikt zijn om dergelijke honden te houden. Meer direct gezegd: alleen mensen met te weinig hersenen, een beneden gemiddeld sterk karakter of een kleine penis hebben dringend behoefte aan een pitbull om te compenseren voor deze tekortkomingen.
Dat was voordat de rassenlijst bestond al een enorm probleem en strikt genomen was het zelfs de reden voor de invoering ervan. Ginny en Zeus, de twee honden die de kleine Volkan hadden gedood, waren in het bezit van een zeer asociale en bij de politie bekende halve gare, die er alles aan gedaan had om zijn honden maximaal gevaarlijk te maken. Maar op dit moment, meer dan 15 jaar later, komt dit type persoon helaas nog steeds te gemakkelijk aan zo'n hond die, eenmaal op het verkeerde pad gebracht - als gevolg van de genetisch bepaalde kenmerken –, wel degelijk een ander gevaarpotentieel heeft dan een Labrador.
De herhaaldelijke vraag naar het zonder vervanging schrappen van de rassenlijsten en de import- en fokverboden is simpelweg dom, in mijn ogen. De verantwoordelijke politici hebben daarmee niets, absoluut niets te winnen in de ogen van het publiek, integendeel. En elke posting waarin wordt geprobeerd pitbulls, Staffordshires of Rottweilers te schetsen als volkomen onschadelijke teddyberen, die oh zo onrechtvaardig en wreed worden gediscrimineerd en uitgesloten (snik!), en elke posting die het leven van een hond veel hoger aanslaat dan zelfs het ergste letsel van een peuter, bevestigt deze politici en een meerderheid van de bevolking alleen maar in hun oordeel dat ze te maken hebben met allemaal van het pad geraakte dwazen, op wie men zich risicoloos kan afreageren.
Het verdwijnen van de rassenlijst is in mijn ogen alleen dan mogelijk, wanneer wij hondenbezitters gezamenlijk bereid zijn om een concessie te doen. De enige realistische oplossing zou zijn om in de hele Bondsrepubliek de uit Noord-Rijnland-Westfalen bekende 20/40-regeling over te nemen, die gewoon op alle rassen wordt toegepast. Wie een grote hond (gedefinieerd als meer dan 20 kg lichaamsgewicht of meer dan 40 cm schofthoogte) wil houden, moet een minimumniveau van bekwaamheid (in de omgang met honden) kunnen aantonen, moet een blanco strafblad hebben en een aansprakelijkheidsverzekering, en moet de hond laten chippen en registreren.
Deze regeling zou in ieder geval mensen met een IQ beneden kamertemperatuur en bij de politie bekende galgenbrokken weghouden van deze honden. Helaas treft zij ook alle andere grote rassen, wiens fans en eigenaren zich dientengevolge eerst solidair moeten verklaren met de lijsthond-houders.
Precies daar heb ik weer zo mijn twijfels. Met de solidariteit tussen de hondenbezitters is het, zoals je in de sociale netwerken kunt lezen, niet bijster goed gesteld. De eigenaren van kleinere honden zijn bang voor de "enorme beesten", terwijl de bezitters van grote honden en lijsthonden zich beklagen over ongecontroleerd op maximale Flexilijnlengte door de omgeving razende "aangelijnde hamsters".
Zonder een grote algemene heroverweging binnen de hondenscène zal in de nabije toekomst waarschijnlijk weinig veranderen aan de status quo van de lijsthondenproblematiek. Ondanks alle begrijpelijke wrok en verzet met het oog op discriminatie en uitsluiting, is het aan de houders van de lijsthonden om de eerste stap te zetten. Niet in de laatste plaats door ermee te stoppen hun honden permanent te stileren als o zo schattige "lijst-muizen", en daarmee alle andere mensen voor dom te houden.
Ralph Rückert, dierenarts, 10-02-2016
http://www.tierarzt-rueckert.de/blog/details.php…



