Ster topic:

Kijk je naar goedkopere alternatieven voor je hond nu alle de prijzen zo uit de bocht vliegen?
Ster topic! Klik hier om te reageren


Ben je nieuw en wil je een account maken? Klik hier!
Een (zeer) beknopte handleiding voor nieuwe leden vind je hier: Klik!
Het hondenforum team stelt zich hier voor: Klik!


Laatste wijziging 23-03-2022
Wil je deze forummededeling niet meer zien? klik dan rechtsboven in dit vak

Lijnteelt

Dit forum is voor al uw vragen, ervaringen en weetjes over het fokken van honden.

Moderator: moderatorteam

Gebruikersavatar
Branka
moderator
Berichten: 20969
Lid geworden op: 25 jul 2003 11:25
Mijn ras(sen): Golden Retriever
Aantal honden: 1
Locatie: Drenthe

Ongelezen bericht door Branka »

Volgens mij geef je hiermee dus aan dat de boeren die die betreffende eigenschappen fokten, juist aan lijnteelt deden.
Want die gingen echt niet op pad om hun hondje te laten dekken. Als ze zagen dat een bepaalde combinatie het gewenste resultaat opleverden gingen ze daar juist verder mee fokken om die eigenschappen sterker naar voren te laten komen.
Zoals al eerder vermeld bijna elk ras is ontstaan door lijnteelt. Diverse rassen zelfs door inteelt
Afbeelding
EvitaP
Zeer actief
Berichten: 614
Lid geworden op: 06 mei 2002 20:16
Aantal honden: 1
Contacteer:

Ongelezen bericht door EvitaP »

Leuk onderwerp :mrgreen:

Maar even een vraagje:
Als je overwegend lijnteelt fokt, na hoevee generaties lijnteelt zou je dan een outcross doen?
groetjes
Evita

https://nl-nl.facebook.com/adogsagenda - Activiteiten van de Noa Dog!
Gebruikersavatar
Bianc@
Zeer actief
Berichten: 666
Lid geworden op: 27 mei 2002 09:14
Mijn ras(sen): SBT en Chihuahua

Ongelezen bericht door Bianc@ »

:? denk dat geen enkel ras een brede genetische basis heeft eigenlijk, vind juist (jammerlijk) dat dat bij zoveel rassen juist vrij smal is mechelaar.

Wat leesvoer voor de liefhebbers ;) vind dit heel interessant het volgende stukje, en misschien niet helemaal on topic maar wel een beetje :mrgreen: :

Ontstaan van rassen
Mensen en honden trekken al tienduizenden jaren met elkaar op. Maar de rashond-met-stamboom zoals we die vandaag de dag kennen is van vrij recente datum, die bestaat pas sinds ongeveer 1850.

In de loop van vele eeuwen ontwikkelde de mens 'de hond'. Voor zover de mens selectief fokte, was de selectie gericht op het nut, de werkaanleg. Natuurlijke selectie zorgde er wel voor dat alleen die honden overleefden die in een bepaalde omgeving goed konden gedijen. Een naakthond zou het nu eenmaal niet ver gebracht hebben als sledetrekker op de Noordpool.

Zo tekenden zich heel langzaam groepen honden af met een bepaald werkdoel - waakhonden, trekhonden, veehoeders, jachthonden - en een bij het werkdoel en de omgeving passend 'exterieur' - lichaam, formaat, beharing.

Voor nieuwe generaties werden ouderdieren geselecteerd uit de groep gebruikshonden die toevallig ter plaatse voorhanden was. Daardoor gingen, zeker in vrij geïsoleerde streken, de honden binnen zo'n groep steeds meer op elkaar lijken. Maar dat was een bijkomstigheid, dat was geen fokdoel op zich. 'Goed' werd afgemeten aan functionaliteit, daar kwamen nauwelijks schoonheidsidealen aan te pas.

Tegen de achtergrond van die ontwikkelingen over tienduizenden jaren, is 150 jaar natuurlijk niets. Toch zijn er juist in de laatste eeuw heel ingrijpende veranderingen geweest in de hondenfokkerij. Het sleutelwoord daarbij is het gesloten stamboek, dat vanaf halverwege de negentiende eeuw de hondenfokkerij op z'n kop zette.

Gesloten stamboek
Rond 1850 werden de eerste rassen 'erkend' en vonden de eerste hondententoonstellingen plaats. Men richtte rasverenigingen op en stelde rasstandaarden vast waarin vooral het uiterlijk van het ras nauwkeurig werd vastgelegd. En men besloot de afstamming van de honden te gaan registreren.

In de loop van de tijd werd voor ieder ras een afstammingsregister aangelegd: het stamboek. Op tentoonstellingen en wedstrijden werden 'de beste exemplaren' van een ras aangewezen, en die honden werden ingeschreven als basis-generatie in het stamboek. Na enige tijd werden vrijwel alle stamboeken 'gesloten', dat wil zeggen, er konden geen nieuwe, nog niet ingeschreven honden meer aan worden toegevoegd, alleen nog maar nakomelingen van in het stamboek geregistreerde honden. Vanaf dat moment golden alleen nog honden als 'raszuiver' die geboren waren uit stamboek-ouders. Het hele ras moest het verder tot in lengte van dagen doen met het genetisch materiaal dat geregistreerd was op het moment dat het stamboek werd gesloten.

Die overgang van genetisch min of meer open groepen naar hermetisch afgesloten, raszuivere eilandjes waar geen 'vreemd bloed' meer werd toegelaten, betekende een keerpunt in de hondenfokkerij. Raszuiverheid werd een fokdoel op zich

((((Een aardige anekdote in dit verband over een Nederlands ras: al in de eerste generaties van stamboomhonden (d.w.z. met drie generaties geregistreerde voorouders) is daar sprake van hoge inteelt, door opeenvolgende combinaties van bijvoorbeeld broer/zus, moeder/zoon, vader/dochter. Toen een raskenner van het eerste uur werd gevraagd wat meer over deze honden te vertellen, omdat dit toch wel héél bijzondere honden moesten zijn geweest, waarom anders zó veel inteelt, begon hij smakelijk te lachen. Ja, het waren inderdaad bijzondere honden, ze hadden namelijk een zéér gewenst kenmerk dat in zekere zin nog 'erfelijk' was ook: ze hadden een stamboom! En alleen uit twee geregistreerde ouders konden pups met stamboom komen - vandaar dat ze aan elkaar werden gepaard! ))))

Van nuttig naar mooi
Min of meer gelijktijdig met de opkomst van het gesloten stamboek verdween voor veel rassen ook het werkdoel waarvoor zij ooit waren gefokt. Niet alleen omdat hun taken vervielen of werden overgenomen, ook doordat men rassen in verre landen ontdekte en uit hun oorspronkelijke leef- en werkomgeving haalde. In een grote stad valt nu eenmaal weinig 'nuttigs' te doen voor een Saluki, een Deerhound, een Tibetaanse Terriër.

Het nuttigheidsaspect van honden raakte zo op de achtergrond. Waar eerder de bruikbaarheid het belangrijkste selectiecriterium was voor de fokkerij, kwam de nadruk steeds meer te liggen op het uiterlijk, het exterieur van de honden. 'Behoud van het ras', doelstelling van iedere rasvereniging, werd daardoor in hoofdzaak vertaald in: honden fokken die voldoen aan het ideaal van de rasstandaard.

Tentoonstellingen dienden om uit de geëxposeerde honden het beste fokmateriaal te selecteren. Door met de mooiste honden verder te fokken, kon immers ook aan de tweede doelstelling van iedere rasvereniging worden gewerkt: 'verbetering van het ras'.

Met honden die niet helemaal aan de exterieurstandaard voldeden kon maar beter niet worden gefokt, hun genen zouden het ras alleen maar vertroebelen. Men realiseerde zich niet dat de winst die hiermee werd geboekt in uiterlijk schoon, uiteindelijk duur betaald zou worden met de gezondheid van latere generaties.

Zo werd de genetische basis van de meeste rassen, die door het gesloten stamboek al ernstig beperkt was, nóg verder versmald.

De veranderingen samengevat
In korte tijd, en bezien vanuit de geschiedenis van de hond nog maar heel kort geleden, voltrokken zich zo een aantal heel ingrijpende veranderingen in de hondenfokkerij.

Na tienduizenden jaren van geleidelijke ontwikkeling van de verschillende rassen waarbij

natuurlijke selectie zorgde voor vitale honden die zich in de lokale omstandigheden konden handhaven,
menselijke selectie voornamelijk gericht was op gebruiksdoelen,
uiterlijke overeenkomsten in type eerder een toevallig bijproduct waren dan het resultaat van gerichte selectie,
genetische uitwisseling tussen groepen honden mogelijk was,

werd de rashond in de afgelopen eeuw in een keurslijf geperst waarbij

het gewenste uiterlijk bepaald werd door de rasstandaard, in plaats van door de omgeving en het werk waarvoor de hond was gefokt,
menselijke selectie voornamelijk gericht was op uiterlijk schoon,
genetische uitwisseling uitgesloten was,
de genetische basis, vanwege het gesloten stamboek al beperkt, nog verder werd versmald doordat vooral de kampioenen voor nageslacht zorgden.

Op basis van de genetische inzichten die in de loop van de twintigste eeuw beschikbaar kwamen, een rampenscenario. Vandaag de dag zou niemand een dergelijk fokbeleid durven aanbevelen. Met de erfelijkheidsinzichten van rond 1900 meende men echter op die manier de rashond niet alleen in stand te kunnen houden, maar zelfs te kunnen verbeteren.

Erfelijkheidsleer in de vorige eeuw
Dat eigenschappen, kenmerken, afwijkingen enz. langs erfelijke weg worden doorgegeven is natuurlijk al heel lang bekend. Maar het inzicht in hóe de vererving precies in elkaar zit, en wat er allemaal bij komt kijken, is nog steeds groeiende. Vanaf ongeveer 1920 boekte de wetenschap enorme vooruitgang op dit gebied, en vanaf 1950 zijn de resultaten met veel succes toegepast, onder meer in de fokkerij van landbouwhuisdieren, het beheer van in het wild levende dieren en dierentuinpopulaties. Maar het zou nog jaren duren voordat de nieuwverworven kennis doordrong in de wereld van de rashondenfokkerij.

Daar borduurde men gewoon door op de inzichten van vóór 1900, zodat de fokkers gedurende een groot deel van de afgelopen eeuw met een verouderd erfelijkheidsmodel werkten. Men wist wel van het bestaan van genen, de dragers voor erfelijke eigenschappen, maar dacht dat er in wezen maar twee varianten van ieder gen waren: een goede versie, die normaal was, en een slechte versie, die af en toe de kop opstak. De fokkers beseften maar nauwelijks dat een beperkt aantal 'lijders' een duidelijke aanwijzing was, dat het ras inmiddels grote aantallen onvindbare en ongrijpbare 'dragers' bevatte.

Voor iedere eigenschap, ieder kenmerk, iedere lichaamsfunctie, iedere ziekte waren de verantwoordelijke genen duidelijk aanwijsbaar, dacht men. De hond werd gezien als een geheel dat opgebouwd was uit allemaal losse puzzelstukjes. Om de ideale hond te fokken, hoefden alleen maar de minder goed passende stukjes vervangen te worden door stukjes die wèl in het plaatje pasten.

Vanuit die visie was het niet zo'n grote sprong om te denken dat het vooral een kwestie van geduld was om een heel ras mooi en gezond te krijgen. Door zorgvuldig de 'verkeerde' genen eruit te fokken en de goede genen vast te leggen, moest het toch mogelijk zijn om een ras of de eigen lijn fokzuiver te krijgen, met enkel nog gewenste eigenschappen.

'Goed fokken' betekende dus: de slechte genen opsporen en uitbannen, de goede genen opsporen en behouden.


Inteelt en populaire dekreuen
Inteelt - het paren van nauw verwante honden - leek de aangewezen weg om het ideaal van fokzuiverheid te bereiken. In combinaties van vader en dochter, grootvader en kleindochter, moeder en zoon, broer en zus wordt immers al gauw duidelijk wat voor genen men in de kuip heeft. De 'slechte' genen komen bij inteelt aan het licht en kunnen weggeselecteerd worden, zodat alleen de 'goede' genen overblijven.

Wat fokkers lijnteelt noemen, is in wezen een milde vorm van inteelt, met iets minder nauw verwante dieren. Maar de achterliggende gedachte is dezelfde: door paring van verwante dieren ongewenste genen opsporen en uitbannen, en gewenste genen vastleggen.

Inteelt in combinatie met streng selecteren - het uitsluiten van honden met ongewenste kenmerken en alleen doorfokken met de allerbeste honden - leidde snel tot het gewenste resultaat, zeker wat betreft uiterlijke kenmerken. Dat inteelt ook zeer kwalijke gevolgen heeft, werd pas veel later duidelijk.

Met inteelt en lijnteelt ontstonden de succesvolle kennels die een herkenbaar type hond fokten, en regelmatig kampioenen produceerden. Omdat veel van zulke kampioenen zwaar ingeteeld waren op één of enkele voorouders, was de kans groot dat ze voor al die fraaie eigenschappen fokzuiver waren, en dus ook alleen maar 'fraaie' genen konden doorgeven aan nakomelingen.

Die voorspelbaarheid van succes maakte dat ze ook door fokkers buiten de eigen lijn veel gevraagd werden. Iedereen wilde immers graag mooie en goede honden fokken. Soms waren zulke top-dekreuen zó populair, dat bijna alle fokkers in een ras ze voor hun teven gebruikten. Hetzelfde gebeurde met de zonen en kleinzonen van deze reuen, generatie op generatie op generatie. Vrijwel alle rassen kennen zulke populaire dekreuen waarvan het genetisch materiaal over het hele ras is verspreid.

Deze manier van fokken - inteelt, strenge selectie op exterieurkenmerken en populaire dekreuen - heeft ertoe geleid dat in veel rassen de genen van een handjevol voorouders overheersen. Alle honden gaan dan voor een groot deel terug op dezelfde voorouders. De beoogde 'fokzuiverheid' lijkt dus een heel eind gerealiseerd.

Toch zijn niet alle hedendaagse rashonden kampioenen, of zelfs maar 'mooi' in termen van de rasstandaard. Om over hun gezondheid maar helemaal te zwijgen... Wat ging er dan fout?

Recente inzichten
In de afgelopen decennia drongen de recentere wetenschappelijke inzichten ook door in de wereld van de rashondenfokkerij. De werkelijkheid van de genetica bleek toch wat gecompliceerder te zijn dan men verondersteld had.

De zwart-wit-voorstelling van een gen in twee varianten, goed en slecht, bleek niet te kloppen. In natuurlijke populaties zijn er voor ieder gen meerdere varianten in omloop. Een paar daarvan zijn echt defect, en leiden tot ziekte (of zijn zelfs dodelijk). Maar de meeste varianten van een gen zijn, in meerdere of mindere mate, 'goed', of liever gezegd 'bruikbaar'.

Dat is in de natuur niet voor niets zo geregeld. Als zulke genetische verscheidenheid ontbreekt, treden er allerlei problemen op, is er een hoog ziekte-risico, minder weerstand, en neemt het aanpassingsvermogen af. Een populatie met weinig genetische variatie is een kwetsbare populatie.

Voor de gezondheid en overlevingskans van een ras is het dus van groot belang dat er voor ieder gen meerdere varianten in omloop blijven. Dat betekent op het niveau van het individu, de hond, dat het belangrijk is om in ieder geval voor de meeste genen twee verschillende (bruikbare) varianten per genenpaar te hebben. Waar de ene variant misschien een steekje laat vallen, kan dat door de andere gecompenseerd worden, en dat gaat over en weer.

Verder bleek dat genen niet elk apart, maar in pakketjes worden doorgegeven van ouder op kind. Die pakketjes kunnen genen voor heel uiteenlopende kenmerken betreffen. Selectie op één kenmerk brengt zo, ongewild, ook selectie op andere kenmerken met zich mee, die altijd samen (gekoppeld) vererven.

En, om het nog ingewikkelder te maken: ook de veronderstelde één-op-één-relatie tussen genen en eigenschappen gaat niet op. Bij vrijwel alle kenmerken - alle biologische functies zoals immuniteit, spijsvertering etc., maar ook beendergestel, karakter - zijn meerdere, meestal heel veel genen werkzaam. Dat maakt het nog veel moeilijker om het totaal-effect van selectie op één onderdeel goed in te schatten.

Met deze inzichten kunnen we al een groot deel van de problemen verklaren.

Fokzuiver of kwetsbaar?
Ten eerste was de uitsluiting van 'foute' genen lang niet zo effectief als werd aangenomen. De echte grote defecten manifesteren zich wel, en die kunnen door selectie - menselijke of natuurlijke - ook wel grotendeels in de hand worden gehouden. Maar merken we het ook als een gen voor 85% functioneert? Of voor 60%? Waarschijnlijk niet, ook niet als een hond twee van zulke 'een beetje defecte' genen heeft. We denken dat die hond gezond is, zeker als eventuele gebreken - een zwak hart bijvoorbeeld, of een vorm van kanker - pas op latere leeftijd optreden. Als het dan ook nog een mooie hond is, dan is er waarschijnlijk mee gefokt, misschien zelfs wel véél mee gefokt. En die 'een beetje defecte' genen zijn zo alweer verder verspreid in het ras.

Ten tweede leidden de fokmethoden van inteelt, strenge selectie en vooral de overmatige inzet van populaire dekreuen, onherroepelijk tot een verarming van de genetische variatie. Ieder individu heeft twee exemplaren van elk gen. Het aantal genen in een ras is dus eindig. Als steeds meer honden genen hebben die van één en dezelfde voorouder afkomstig zijn, dan kan dat maar één ding betekenen: dat moet ten koste zijn gegaan van andere varianten van die genen, die verdwenen zijn of in ieder geval een sterk verminderd aandeel hebben. Door de gehanteerde fokmethoden is de genetische verscheidenheid drastisch teruggebracht - en juist die verscheidenheid blijkt onmisbaar om een ras vitaal te houden! 'Fokzuiver' krijgt zo een heel andere betekenis: een fokzuiver ras is kwetsbaar gemaakt.

Ten derde blijkt achteraf dat men eigenlijk helemaal niet wist op welke kenmerken geselecteerd werd. Met ieder puzzelstukje gingen andere stukjes mee. Die prachtige lange vacht ging misschien wel samen met wat zwakkere longen. Dat fraaie, typische hoofd bracht misschien wel een minder rastypisch gedrag mee. En met het wegselecteren van die lelijke lange oren, werd wellicht ook een deel van de genen voor goede heupen overboord gegooid.


Van kwaad tot erger
Geen enkele hond is helemaal vrij van defecte genen. Iedere hond (en ieder mens) heeft onder z'n duizenden genen er zeker 6 tot 8 die schadelijk, zelfs dodelijk zijn. Zolang daar maar een gezond gen van hetzelfde genenpaar tegenover staat, heeft de hond er meestal geen last van. En zolang een hond niet buitensporig veel nakomelingen heeft, zal het ras er ook geen last van hebben, omdat de kans bijzonder klein is dat twee ouderdieren met precies díe afwijking elkaar ooit treffen. In een natuurlijke populatie zwerven honderden, mogelijk duizenden verschillende defecten rond, maar elk in zulke kleine aantallen dat het schadelijk effect verwaarloosbaar is.

Bij onze rassen is dat anders, want dat zijn geen natuurlijke populaties. Het gesloten stamboek was het begin van de genetische beperking. Inteelt, populaire reuen en te strenge selectie op een beperkt aantal kenmerken leidden tot een enorme verarming van het genenbestand. Daarmee zijn weliswaar ook heel wat van die defecte genen afgevallen, maar gelijktijdig zijn andere afwijkingen, doorgegeven door een paar top-dekreuen, wijdverspreid geraakt. Die komen nu dus wèl bij hoge percentages honden voor. De kans dat twee ouderdieren een zelfde ziek gen bij zich dragen, en dus zieke pups krijgen, is dan ook vele malen groter geworden. Terwijl er minder verschillende ziektes in een rashondenpopulatie voorkomen, zijn er veel meer honden die aan dat kleinere aantal afwijkingen lijden. Zo ontstaan de 'rasspecifieke' afwijkingen.

Zelfs bij vrij eenvoudig verervende afwijkingen, waarbij maar één gen is betrokken, duurt het meestal een aantal generaties voordat ze aan het licht komen. Zolang niet beide ouders de afwijking doorgeven wordt er nietsvermoedend doorgefokt met dragers, die allemaal het zieke gen weer doorgeven aan de helft van hun nakomelingen. Totdat er zó veel dragers zijn dat twee dragers gecombineerd worden, en de eerste zieke pups worden geboren. Vaak realiseert men zich dan nog niet gelijk dat het om een erfelijk probleem gaat. Pas als er meer gevallen bekend raken, wordt langzamerhand duidelijk dat het ras met een erfelijke ziekte te maken heeft, maar dan is het kwaad allang geschied. De hond die drie, vier of meer generaties terug de ziekte introduceerde, heeft veel nakomelingen gehad, waar intussen ook alweer mee gefokt is, zodat de dragers door het hele ras zitten.

Zodra zo'n nieuwe erfelijke ziekte de kop opsteekt, worden er ook weer nieuwe selectie-rondes ingezet. Dragers worden opgespoord en dikwijls van de fok uitgesloten. Een paar reuen uit 'vrije' lijnen worden ineens razend populair. Hun overmatige inzet leidt weer tot verdere verarming van het genetisch bestand - en op den duur, onherroepelijk, tot de volgende erfelijke afwijking. En zo gaat het van kwaad tot erger...

Een deel van de problemen blijkt zo het gevolg te zijn van een verstoring in het genetisch evenwicht van de populatie. Maar er zijn nog meer problemen, en ook die zijn terug te voeren op een verstoorde balans.


Verstoorde lichamelijke balans
In het streven naar 'verbetering van het ras' ging de rasstandaard een eigen leven leiden. Ooit was de standaard opgesteld als een beschrijving in ideaaltermen van de groep honden die tot het ras werden gerekend. Maar beschrijven werd overdrijven. Als volgens de standaard 'klein' mooi was, dan was kleiner nóg mooier. Sprak de standaard van een brede schedel, dan was de breedste schedel de mooiste. Een lange rug kon langer, een diepe borst dieper, een korte voorsnuit korter, een plooihuid geplooider.

Maar een hond is niet een verzameling losse onderdelen die, al naar gelang de laatste modegrillen, aangepast of verbouwd kunnen worden. Zijn uiterlijke verschijning dient niet in eerste instantie om ons oog te strelen. Die buitenkant is de vormgeving van een lichamelijke balans, de balans die een hond tot een goed-functionerend geheel maakt. Geen losse onderdelen dus, maar een samenhangend geheel. En ingrijpen in één onderdeel werkt door in dat geheel.

Voor een boekenplank van een meter zijn twee draagsteunen genoeg. Voor een langere plank zijn meer steunen nodig, of dikker hout, want anders zakt hij door. Dat begrijpt iedereen. Bij een hond is het niet anders. Maar dat begint kennelijk pas nú een beetje door te dringen.

Er zijn voorbeelden te over van rassen waarbij de menselijke verfraaiingsdrang alle proporties uit het oog heeft verloren. Een borstkas die zo diep en smal is, dat de maag in het gedrang komt - maagkantelingen zijn het resultaat. Schedels die zo breed zijn dat ze niet meer door het geboortekanaal kunnen - keizersnee. Ruggen die zo lang zijn dat het onderstel het niet meer kan bijbenen - hernia. Voorsnuiten die zo kort zijn dat de ademhalingswegen in het gedrang komen - zuurstoftekort. Schedels die zo klein zijn dat ze de hersens niet meer kunnen omvatten - open fontanellen. Een extreem geplooide huid - eczeem. De lijst lijkt eindeloos.

Natuurlijke selectie zou dergelijke praktijken allang hebben afgestraft, ware het niet dat we ons uiterste best hebben gedaan om die selectie uit te schakelen.


Uitschakelen van natuurlijke selectie
Honderd jaar geleden had de natuur nog een behoorlijk grote stem in de selectie: zwakke, zieke, onaangepaste dieren hadden weinig kans op nakomelingen. Medische zorg om zieke dieren in leven te houden ontbrak, en een teefje dat niet op natuurlijke wijze kon bevallen overleefde de bevalling niet, net zo min als de pups. Dat was voor het individu in kwestie hard, maar voor de populatie van belang, want op die manier konden ook hun schadelijke genen niet verspreid worden. De meest extreme uitwassen ten gevolge van onverantwoord fokken werden zo toch nog een beetje gecorrigeerd.

Maar in de afgelopen vijftig jaar heeft de diergeneeskunde een enorme vlucht genomen. Voor allerlei kwalen en afwijkingen werden remedies gevonden. Genezen, opereren, onderdrukken, verhelpen - de diergeneeskunde reikt ons een breed scala van middelen aan om honden met een gebrekkige genetische bagage te hulp te komen. Voor het individu is dat natuurlijk een uitkomst, en soms levensreddend. Diezelfde medische hulp maakt het echter ook mogelijk dat zo'n 'gerepareerd' dier aan de voortplanting deelneemt, en dat is voor de populatie levensbedreigend. De schadelijke genen worden weer doorgegeven aan volgende generaties, en een deel van de natuurlijke selectie op vitaliteit is daarmee uitgeschakeld.

Een ander effect van de voortschrijdende veterinaire kennis is, dat fokkers lang kunnen ontkomen aan de gevolgen van verkeerde keuzes. De gevolgen van inteelt - onder meer verminderde weerstand, verminderde vruchtbaarheid - kunnen vooruitgeschoven worden met entingen, diëten, ontstekingsremmers, hormoonkuren, kunstmatige inseminatie. De gevolgen van extreme lichaamsbouw - maagkantelingen, hernia's, hartkwalen, moeizame bevallingen - kunnen vaak operatief verholpen worden. Veel ziektes die het gevolg zijn van overmatige inzet van populaire reuen - epilepsie, schildklier- en alvleesklierproblemen, spijsverteringsstoornissen, atopieën - zijn met medicijnen te onderdrukken.

Niet alleen hebben we de natuur de mogelijkheid ontnomen om ons te corrigeren, we raken langzamerhand ook gewend aan de gevolgen daarvan. 'Bij dit ras zijn de nesten nóóit groter dan 2, 3 pups'. 'Dat ras wórdt nou eenmaal niet ouder dan 8, hooguit 9 jaar'. 'Ze bevallen altíjd via een keizersnee'. We vragen ons niet meer af of dat nou eigenlijk allemaal wel zo normaal is - we weten haast niet beter.


Inteeltdepressie
We weten haast niet beter, omdat processen als vermindering van vruchtbaarheid, verkorting van levensduur, vermindering van weerstand heel geleidelijk gaan. Tussen twee, drie, vier opeenvolgende generaties is er bijna geen verschil te merken, en voor de meeste fokkers zal het dan ook niet zichtbaar zijn. Pas bij een vergelijking over meer generaties blijkt dat er wel degelijk verschil is.

Dergelijke symptomen van achteruitgang in de vitaliteit van een ras worden samengevat met de term 'inteeltdepressie'. De term zegt het al: inteeltdepressie is het gevolg van het feit dat de individuen binnen een populatie te sterk aan elkaar verwant zijn. Er is onvoldoende genetische variatie, waardoor de populatie steeds kwetsbaarder wordt.

De combinatie van een gesloten stamboek, sterke selectie op exterieur, inteeltmethoden en het gebruik van populaire dekreuen heeft geleid tot een enorme genetische verarming bij onze hondenrassen. Waar steeds afgaat en niet bijkomt, dat wordt minder, en minder, en minder...

Het is dan ook geen wonder dat we de symptomen van inteeltdepressie beginnen waar te nemen. Allergieklachten, vatbaarheid voor infecties, reuen die niet spontaan dekken, teefjes die leeg blijven na een dekking, weeënzwakte, aanpassingsproblemen die zich uiten in nervositeit en angst, afnemende gemiddelde levensduur - het zijn allemaal uitingen van een gestaag vitaliteitsverlies.

Met behulp van antibiotica, ontstekingsremmers, kunstmatige inseminatie, keizersnee en valium valt er misschien nog wel mee te leven, maar de oorzaak van de problemen pakken we daar niet mee aan.


Hoe verder?
Afwijkingen horen bij het leven, en zijn in die zin normaal. Het is een illusie om te denken dat het mogelijk is om alleen nog maar kerngezonde honden te fokken. Zieke honden zullen altijd geboren worden, dat kunnen we niet verhinderen. We kunnen wèl de mate waarin die afwijkingen optreden beïnvloeden. Dat ze bij onze rashonden in procenten voorkomen, terwijl ze bij andere dierpopulaties in fracties van promillen voorkomen, is geen natuurwet, dat heeft vooral te maken met hoe wij onze honden hebben gefokt. We mogen niet accepteren dat een groot deel van de rashonden zodanig erfelijk belast is, dat ze zonder medisch ingrijpen geen leven hebben. Er moet iets gebeuren, zo veel is duidelijk.

Een overzicht van 150 jaar rashondenfokkerij geeft niet alleen inzicht in wat er fout is gegaan, het geeft ook de richting aan waarin we naar oplossingen moeten zoeken.

De huidige problemen zijn vooral ontstaan door:

overdrijving van exterieurkenmerken waardoor het biologisch functioneren van de hond wordt aangetast.
grootschalige verspreiding van de genetische afwijkingen van enkele individuen, waardoor hoge percentages honden binnen een ras lijden aan rasspecifieke erfelijke afwijkingen (populaire dekreuen);
fokmethoden die de genetische variatie dramatisch beperken en tot inteeltdepressie leiden (inteelt, strenge selectie, populaire dekreuen);

De problemen liggen vooral op het niveau van de populatie, het ras. Voor structurele oplossingen zullen de problemen dan ook op ras-niveau moeten worden aangepakt. Dat kan geen fokker in z'n eentje, dat vereist een gezamenlijke inspanning van fokkers, rasvereniging, keurmeesters en eigenaars.

Diergeneeskundige zorg beweegt zich op het terrein van het individu, niet op het terrein van de populatie. De diergeneeskunde biedt - broodnodige - uitkomst voor dieren die medische zorg behoeven, maar kan niet voorkomen dat zulke dieren worden geboren, en dát is nou juist het probleem dat we moeten aanpakken. Dat betekent dat we geen structurele oplossingen kunnen verwachten vanuit de diergeneeskunde.


Hoe verder met overdreven exterieur?
Waar gezondheids- en welzijnsproblemen een regelrecht uitvloeisel zijn van een extreme interpretatie van de rasstandaard, is de oplossing duidelijk. Daar dienen de schoonheidsidealen te worden bijgesteld, zowel op tentoonstellingen als bij de keuze van fokdieren.

In het verleden is het gelukt om, via gericht fokken, lichamelijke kenmerken zo ver te overdrijven dat ze disfunctioneel werden. Dan moet het nu toch mogelijk zijn om, op dezelfde manier, de ontstane schade weer teniet te doen, door bij de fokkerij de voorkeur te geven aan de dieren met minder extreme kenmerken.




Hoe verder met rasspecifieke erfelijke afwijkingen?
Het wordt moeilijker als we oplossingen zoeken voor de grootschalige verspreiding van erfelijke afwijkingen. Daarbij gaat het vrijwel altijd om recessieve afwijkingen - dat wil zeggen dat we wel de lijders kunnen herkennen, maar lang niet altijd de dragers, de honden die de afwijking doorgeven zonder zelf ziek te zijn. Uitsluiten van alle 'verdachte' dieren - lijders, dragers en hun naaste familie - zou voor de meeste rassen rampzalig zijn, omdat dan wéér een groot deel van het genenbestand verdwijnt. En we hebben gezien waar dat toe leidt.

Voor sommige erfelijke afwijkingen bestaat intussen DNA- of markeronderzoek voor een beperkt aantal rassen. Met DNA-onderzoek kunnen de genetisch vrije honden, de dragers en de lijders al op jonge leeftijd worden geïdentificeerd, voordat ermee wordt gefokt. Bij verstandig gebruik kan DNA-onderzoek ons helpen te voorkomen dat er zieke honden worden gefokt. Dat kan, door geen ouderdieren te combineren die beide het defecte gen in kwestie kunnen doorgeven (lijders en dragers).

Toch moeten we goed de valkuilen van DNA- en ander gezondheidsonderzoek voor ogen blijven houden. De verleiding is groot om alleen nog maar met vrije honden te fokken. Het resultaat daarvan is onvermijdelijk: verdere verarming van het genenbestand, en op termijn nieuwe erfelijke afwijkingen. Want àlle honden dragen schadelijke genen bij zich, als het niet voor de ene ziekte is, dan is het wel voor een andere.

Met DNA-onderzoek en ander onderzoek kunnen we hopelijk voor een beperkt aantal erfelijke afwijkingen de ontstane schade indammen. Maar daarmee bestrijden we alleen maar de symptomen van dat veel ernstiger proces, het verlies van erfelijke variatie. De oorzaken worden er niet mee aangepakt. Die liggen voornamelijk in de overmatige inzet van een veel te klein aantal reuen. En zolang we daarmee doorgaan, blijft het dweilen met de kraan open.

We zullen voorlopig moeten blijven dweilen. Maar laten we dan intussen wèl de kraan dichtdraaien, door het aantal dekkingen per reu te limiteren. Daarmee voorkomen we dat de schadelijke genen van één individu zich over een heel ras verspreiden. Risicospreiding is de enige manier om het probleem van rasspecifieke erfelijke afwijkingen structureel aan te pakken. Super-verervers bestaan niet, hebben nooit bestaan en zullen nooit bestaan.

Wat te doen aan inteeltdepressie?
Om de problemen aan te pakken die samenhangen met het verlies aan genetische variatie, zal het roer nog veel verder om moeten.

Beperking van het aantal dekkingen per reu is ook daarbij een belangrijke stap, maar niet voldoende. De nog aanwezige genetische variatie binnen een populatie zal optimaal gebruikt moeten worden. Dat betekent dat de fokdieren een zo breed mogelijke weerspiegeling van het ras moeten vormen. Als we de resterende genetische variatie willen behouden, en de gestaag toenemende inteelt een halt willen toeroepen, heeft het weinig zin om 30 dekkingen te verdelen over vier nestbroertjes. Dan moeten we op zoek naar de minder verwante honden, en misschien de kampioenen even op stal zetten. Onze fokreglementen heel kritisch bekijken, en vooral geen onnodige barrières opwerpen. Dan moeten we leren om de middenmoot van 'gewone', goed-functionerende G- en ZG-hondjes met respect te behandelen, want dáárin zit de genetische variatie.

En als de nood zó hoog gestegen is dat er binnen het ras geen variatie meer te vinden is, dan moeten we misschien zelfs helemaal terug naar het begin van de problemen, het stamboek weer opengooien, en kruisingen met een verwant ras overwegen.

Inteeltdepressie bestaat echt. Ook bij honden. Juist bij rashonden. Misschien zouden rasverenigingen er goed aan doen om 'verbetering van het ras' uit hun doelstelling te schrappen. Laten we beginnen met 'herstel van het ras'. Dan kunnen we weer hopen op 'behoud'

Ja maar,
bij míjn ras ligt het anders ...
Het bovenstaande is natuurlijk een heel sterk vereenvoudigde schets. Niet alle rassen zijn voornamelijk showrassen, niet alle rassen hebben in dezelfde mate te kampen met erfelijke afwijkingen, niet alle rassen vertonen tekenen van inteeltdepressie, en lang niet alle rassen hebben te lijden gehad onder misvormende schoonheidsidealen.

Maar laten we onszelf niets wijsmaken. Voor werkkampioenen gelden echt dezelfde geneticawetten als voor showkampioenen, voor polygene afwijkingen gelden dezelfde wetten als voor enkelvoudig verervende ziektes.

De processen zijn in ieder ras gelijk. Sommige rassen bevinden zich aan het einde van de doodlopende weg, andere zijn pas halverwege. Dat verandert niets aan het feit dat de weg dood loopt.
Groetjes Bianca, Tyson, Skunky en Fox
Afbeelding
Gebruikersavatar
Mol
Zeer actief
Berichten: 4735
Lid geworden op: 24 apr 2002 23:44

Ongelezen bericht door Mol »

Martijn schreef:Leuk om te lezen dat iemand met me eens is dat wat je ook doet of bedenkt elk ras uiteindelijk moet instorten als je geen nieuw bloed infokt.
Als je met een ras fokt dat gemiddeld 6 jaar oud wordt moet je je geen illusies maken dat dat ooit nog beter wordt en je zelfs afvragen of je zo'n ras niet gewoon moet laten gaan.
ben het helemaal met je eens hoor,maar dat laatste is aan mensen die het ras koen en of fokken.

mol :twisted: 8)
Gebruikersavatar
Bianc@
Zeer actief
Berichten: 666
Lid geworden op: 27 mei 2002 09:14
Mijn ras(sen): SBT en Chihuahua

Ongelezen bericht door Bianc@ »

Martijn schreef:Leuk om te lezen dat iemand met me eens is dat wat je ook doet of bedenkt elk ras uiteindelijk moet instorten als je geen nieuw bloed infokt.
Als je met een ras fokt dat gemiddeld 6 jaar oud wordt moet je je geen illusies maken dat dat ooit nog beter wordt en je zelfs afvragen of je zo'n ras niet gewoon moet laten gaan.

inderdaad, beter worden zal het niet eerder nog slechter in mijn ogen.
Ik heb het idee dat heel veel fokkers in het hier en nu denken en niet verder... ik zeg het regelmatig en dan even over "mijn" ras... ik ben benieuwd hoe het over 10 jaar is of 20 jaar.
Ik ben van mening dat bij ons dan de sbt die doodlopende weg nu echt definitief is ingeslagen als ik lees hoe fokkers (de meeste) denken en praten en de manier waarop zij fokken. De mate van overdrijving in bouw enz enz...

er is geen weg meer terug en zolang bij elk ras fokkers denken het ras te verbeteren maar in feite net zo hard meewerken een ras te vergallen zal het niet beter worden.

Het is jammer maar ik denk het echt De processen zijn in ieder ras gelijk. Sommige rassen bevinden zich aan het einde van de doodlopende weg, andere zijn pas halverwege. Dat verandert niets aan het feit dat de weg dood loopt.
Groetjes Bianca, Tyson, Skunky en Fox
Afbeelding
Gebruikersavatar
Branka
moderator
Berichten: 20969
Lid geworden op: 25 jul 2003 11:25
Mijn ras(sen): Golden Retriever
Aantal honden: 1
Locatie: Drenthe

Ongelezen bericht door Branka »

Bianca, mag ik vragen waar jij jouw stuk (die hele lap tekst op pagina 3) vandaan hebt? Ik vind het n.l. er interessant en zou het graag willen printen en desgevraagd doorgeven. Een bronvermelding lijkt mij dan wel op zijn plaats.
Afbeelding
idorh
Zeer actief
Berichten: 2887
Lid geworden op: 04 jun 2002 20:16
Mijn ras(sen): Saarlooswolfhonden.
Aantal honden: 6
Locatie: ovezande
Contacteer:

Ongelezen bericht door idorh »

Als jullie werkelijk echte feiten willen zien wat lijn en inteelt aan gaande en wat er gebeuren kan als men verkeerd met deze combinaties om gaat, klik dan even de blauwe link aan boven de foto met de tekst,---Saarlooswolfhond en PRA ------.

Dan op mijn msn site aan de linker zijde de link afbeeldingen aan klikken, dan staan er ingetekende stambomen van de Saarlooswolfhond plm zo'n 15 stuks, de kleur oranje heeft als betekenis dat deze hond 100% drager is van het PRA gen, dan moet je is kijken naar de naam Edo van de Kilstroom, hij heeft onderander zijn dochter Ivanka gedekt, en daar komt een blinde hond Saraika uit, maar als je naar alle kinderen en klein kinderen kijkt van Edo, (hij heeft 3 verschillende teven gedekt)dan kom je uit bij alle huidigen lijders, er waren natuurlijk meer dragers in begin 80, maar Edo heeft werkelijk een slachting aan gericht.

Gr Bertus.
laeken
Zeer actief
Berichten: 32016
Lid geworden op: 26 sep 2002 19:45
Aantal honden: 0

Ongelezen bericht door laeken »

De enige ervaring die ik heb met lijnteelt is onze berner sennenhond. Wij hebben vroeger een Berner gehaald in Zwitserland. Daar waren ze 20 jaar geleden nogal bizar met hun honden. Hij kwam bv uit een nest van 8 terwijl een maximum van 6 per nest was toegestaan. 2 reuen en 6 teven. De 6 teven waren goed van tekening en de twee reuen misten wit in hun staart. Mijn vader had gereserveerd voor een reu uit dat nest. Toen is er een goed getekend teefje en de andere reu doodgemaakt :?
De ouders van deze hond waren een pure lijn. De honden moesten naast een goed karakter ook kunnen werken. Alle honden binnen de lijn die niet konden werken met koeien werden ook doodgemaakt of verkocht met een fokverbod.

Deze hond had dus een gouden karakter, was extreem athletisch en is 12,5 jaar oud geworden.

Toen werd het een modegril om berners te hebben en ging iedere imbeciel naar Zwitserland berners halen. Broodfok in Zwitserland ontstond en alle regels en lijnen werden opgedoekt om zoveel mogelijk honden te fokken om de vraag naar berners te voorzien.
5 jaar later vloog een deel van die honden hun baas aan en werden berners ronduit gevaarlijk. Een rage-syndroom als ik het goed herinner.

Nu zijn ze veel te klein, baggerheupen, erg mooi getekend en worden ze een jaar of 6-7 als je geluk hebt. Alles is geoutcrossed en verziekt dus.

De mooiste twee honden van een ras op elkaar zetten kan als deze honden onverwant zijn de grootste bagger geven die er is. Een reu die je lijn moet verbeteren moet zelf uit een lijn komen wil je weten welke genen/kenmerken je in je lijn brengt. Gebruik je gewoon een mooie dan kan je niks zeggen over WAT je de lijn in fokt. Geluksfok zal ik maar zeggen.
Afbeelding
Gebruikersavatar
Bianc@
Zeer actief
Berichten: 666
Lid geworden op: 27 mei 2002 09:14
Mijn ras(sen): SBT en Chihuahua

Ongelezen bericht door Bianc@ »

Branka schreef:Bianca, mag ik vragen waar jij jouw stuk (die hele lap tekst op pagina 3) vandaan hebt? Ik vind het n.l. er interessant en zou het graag willen printen en desgevraagd doorgeven. Een bronvermelding lijkt mij dan wel op zijn plaats.
kreeg er ook al diverse pb's over, en ik weet het dus niet :? heb zat net te kijken ergens in 2001 allerlei van die stukken op zitten zoeken en die op mijn comp opgeslagen en op mijn club gezet toen. Alleen heb ik bij bepaalde stukken toen niet opgeslagen van welke website ik ze had :oops: was toen nog niet zo op de hoogte van bronvermelding en dergelijk :? , dus ik weet niet waar het vandaan komt :jank:
Groetjes Bianca, Tyson, Skunky en Fox
Afbeelding
Gebruikersavatar
mechelaar_fan
Zeer actief
Berichten: 1252
Lid geworden op: 02 dec 2002 13:02
Locatie: mechelen

Ongelezen bericht door mechelaar_fan »

wat is een mooie reu? dat wat een keurmeester in de schowring mooi vindt?
als je een dekreu kiest, wetende dat de keurmeester in de showring reeds rekening houdt met wie de vader is van de hond... dan ben je verkeerd bezig. Dit is heel typisch in de modegevoelige showfok.
Men gaat aan lijnteelt doen, binnen die enge lijn selecteert men op modegrillen, waardoor de bloedbasis steeds weer versmalt.

Door het heterosis-effect krijg je bij de kruising van twee lijnen niet de onvoorspelbare bagger, maar een sterke F1--hybride, wel is het in de volgende generaties minder voorspelbaar.
linlin

Ongelezen bericht door linlin »

kijk, zo staat het ook ergens op het net:
Door het bijeenbrengen van vreemde erfelijke eigenschappen van twee individuen van verschillend ras, vertonen hun nakomelingen een kwaliteitsverbetering, waarin ze hun ouders in veel opzichten overtreffen.

Echter, fokken we met deze nakomelingen verder, dan loopt dit effect snel terug.

We moeten ons dus beperken tot een eerste generatie.
bron:www.xs4all.nl/~barto2/Fokkerij.htm

en nu snap ik het niet meer. wellicht een beetje dommig, maar dit soort dingen zijn niet mijn sterkste fort.

je neemt twee absoluut NIET aan elkaar verwante honden als ouderdieren. de nakomelingen daarvan zijn kwalitatief beter.

maar alleen de eerste nakomelingen dus. want de volgende nakomelingen geeft weer 'bagger'.

maarre, die derde en volgende generatie 'bagger', hoe komt die tot stand? lijnteelt of alweer door kruising met volledig niet aan elkaar verwante hondjes?

is het erg dom?
Gebruikersavatar
Mol
Zeer actief
Berichten: 4735
Lid geworden op: 24 apr 2002 23:44

Ongelezen bericht door Mol »

linlin schreef:kijk, zo staat het ook ergens op het net:
Door het bijeenbrengen van vreemde erfelijke eigenschappen van twee individuen van verschillend ras, vertonen hun nakomelingen een kwaliteitsverbetering, waarin ze hun ouders in veel opzichten overtreffen.

Echter, fokken we met deze nakomelingen verder, dan loopt dit effect snel terug.

We moeten ons dus beperken tot een eerste generatie.
bron:www.xs4all.nl/~barto2/Fokkerij.htm

en nu snap ik het niet meer. wellicht een beetje dommig, maar dit soort dingen zijn niet mijn sterkste fort.

je neemt twee absoluut NIET aan elkaar verwante honden als ouderdieren. de nakomelingen daarvan zijn kwalitatief beter.

maar alleen de eerste nakomelingen dus. want de volgende nakomelingen geeft weer 'bagger'.

maarre, die derde en volgende generatie 'bagger', hoe komt die tot stand? lijnteelt of alweer door kruising met volledig niet aan elkaar verwante hondjes?

is het erg dom?
de kan op mooie honden bij outcross is 50 50 om het ff makkelijk uit te drukken,maar de kans dat hij of zij de zelfde kwalitijten vererft is bijna nehiel omdat zo'n hond niet vast is in zijn vererving

daarom sluit ik me lijn zo snel mogelijk weer met eigen lijn als ik outcross doet of een back cross

ik ga dan ook liever 5 a 6 generaties terug in me lijn of nog verder om me bloed te verversen , en niet totaal vreemd bloed want dan is het en blijf het af wachten wat er uit komt.

mol :twisted: 8)
Gebruikersavatar
jip007
Erelid
Berichten: 20825
Lid geworden op: 23 apr 2002 01:41
Mijn ras(sen): naakthonden .
Aantal honden: 4
Locatie: ergens in een hutje op de veluwe..

Ongelezen bericht door jip007 »

v.d Lupinehof schreef:
linlin schreef:kijk, zo staat het ook ergens op het net:
Door het bijeenbrengen van vreemde erfelijke eigenschappen van twee individuen van verschillend ras, vertonen hun nakomelingen een kwaliteitsverbetering, waarin ze hun ouders in veel opzichten overtreffen.

Echter, fokken we met deze nakomelingen verder, dan loopt dit effect snel terug.

We moeten ons dus beperken tot een eerste generatie.
bron:www.xs4all.nl/~barto2/Fokkerij.htm

en nu snap ik het niet meer. wellicht een beetje dommig, maar dit soort dingen zijn niet mijn sterkste fort.

je neemt twee absoluut NIET aan elkaar verwante honden als ouderdieren. de nakomelingen daarvan zijn kwalitatief beter.

maar alleen de eerste nakomelingen dus. want de volgende nakomelingen geeft weer 'bagger'.

maarre, die derde en volgende generatie 'bagger', hoe komt die tot stand? lijnteelt of alweer door kruising met volledig niet aan elkaar verwante hondjes?

is het erg dom?
de kan op mooie honden bij outcross is 50 50 om het ff makkelijk uit te drukken,maar de kans dat hij of zij de zelfde kwalitijten vererft is bijna nehiel omdat zo'n hond niet vast is in zijn vererving

daarom sluit ik me lijn zo snel mogelijk weer met eigen lijn als ik outcross doet of een back cross

ik ga dan ook liever 5 a 6 generaties terug in me lijn of nog verder om me bloed te verversen , en niet totaal vreemd bloed want dan is het en blijf het af wachten wat er uit komt.

mol :twisted: 8)
ik weet niet hoe het bij jouw ras is, maar bij ons ras is een hele echte outcross al haast niet eens meer mogelijk, of je moet naar Amerika . Als je zoveel generaties terug kijkt kom je steeds weer dezelfde honden tegen.
Afbeelding
Knuffies van Flirtje, Sophietje, Pommelien en Splinter.
Gebruikersavatar
Mol
Zeer actief
Berichten: 4735
Lid geworden op: 24 apr 2002 23:44

Ongelezen bericht door Mol »

jip007 schreef:
v.d Lupinehof schreef:
linlin schreef:kijk, zo staat het ook ergens op het net:
Door het bijeenbrengen van vreemde erfelijke eigenschappen van twee individuen van verschillend ras, vertonen hun nakomelingen een kwaliteitsverbetering, waarin ze hun ouders in veel opzichten overtreffen.

Echter, fokken we met deze nakomelingen verder, dan loopt dit effect snel terug.

We moeten ons dus beperken tot een eerste generatie.
bron:www.xs4all.nl/~barto2/Fokkerij.htm

en nu snap ik het niet meer. wellicht een beetje dommig, maar dit soort dingen zijn niet mijn sterkste fort.

je neemt twee absoluut NIET aan elkaar verwante honden als ouderdieren. de nakomelingen daarvan zijn kwalitatief beter.

maar alleen de eerste nakomelingen dus. want de volgende nakomelingen geeft weer 'bagger'.

maarre, die derde en volgende generatie 'bagger', hoe komt die tot stand? lijnteelt of alweer door kruising met volledig niet aan elkaar verwante hondjes?

is het erg dom?
de kan op mooie honden bij outcross is 50 50 om het ff makkelijk uit te drukken,maar de kans dat hij of zij de zelfde kwalitijten vererft is bijna nehiel omdat zo'n hond niet vast is in zijn vererving

daarom sluit ik me lijn zo snel mogelijk weer met eigen lijn als ik outcross doet of een back cross

ik ga dan ook liever 5 a 6 generaties terug in me lijn of nog verder om me bloed te verversen , en niet totaal vreemd bloed want dan is het en blijf het af wachten wat er uit komt.

mol :twisted: 8)
ik weet niet hoe het bij jouw ras is, maar bij ons ras is een hele echte outcross al haast niet eens meer mogelijk, of je moet naar Amerika . Als je zoveel generaties terug kijkt kom je steeds weer dezelfde honden tegen.
groten deels het zelfde als bij de doggen.vooral als je volgens de regels fokt van de RV die verpilchten je namelijk alleen maar honden te gebruiken die lid zijn van de RV. bekrompen maar waar.
de bloed lijnen die ik nu gebruik is erg oud en vind je niet zo snel meer en al helemaal niet bij de RV ,maar tis wat je zegt als je gaat kijken komt bijna alles terug bij elkaar .
en in USA is het net zo als hier en willen e nu bloed van hier daar hebben.
ik heb ook al een antal Americanen op de wacht lijst staan.

mol :twisted: 8)
Gebruikersavatar
jip007
Erelid
Berichten: 20825
Lid geworden op: 23 apr 2002 01:41
Mijn ras(sen): naakthonden .
Aantal honden: 4
Locatie: ergens in een hutje op de veluwe..

Ongelezen bericht door jip007 »

ja wij hebben ook al een paar amerikanen op de wacht lijst, maar dat gaat ze meer om de massa dan om de bloedlijn.
Afbeelding
Knuffies van Flirtje, Sophietje, Pommelien en Splinter.
linlin

Ongelezen bericht door linlin »

v.d Lupinehof schreef: de kan op mooie honden bij outcross is 50 50 om het ff makkelijk uit te drukken,maar de kans dat hij of zij de zelfde kwalitijten vererft is bijna nehiel omdat zo'n hond niet vast is in zijn vererving

daarom sluit ik me lijn zo snel mogelijk weer met eigen lijn als ik outcross doet of een back cross
okee. dus om 'bagger' te voorkomen, doe je snel weer aan lijnteelt, met de eerste generatie outcross.

dus, die 'bagger' ontstaat dus door nogmaals met die eerste generatie honden met ouders die totaal niet verwant aan elkaar zijn, te fokken met niet-verwante honden???
ik ga dan ook liever 5 a 6 generaties terug in me lijn of nog verder om me bloed te verversen , en niet totaal vreemd bloed want dan is het en blijf het af wachten wat er uit komt.
:? mohol :mann: , kan je dat verhaal van die vijf a zes generaties terug nog eventjes uitleggen? lin snapt het weer niet...............

enne, is het niet een beetje overdreven allemaal, die lijnteelt, als je god betere het naar een ander continent moet voor wat vers bloed???
Gebruikersavatar
Mol
Zeer actief
Berichten: 4735
Lid geworden op: 24 apr 2002 23:44

Ongelezen bericht door Mol »

linlin schreef:
v.d Lupinehof schreef: de kan op mooie honden bij outcross is 50 50 om het ff makkelijk uit te drukken,maar de kans dat hij of zij de zelfde kwalitijten vererft is bijna nehiel omdat zo'n hond niet vast is in zijn vererving

daarom sluit ik me lijn zo snel mogelijk weer met eigen lijn als ik outcross doet of een back cross
okee. dus om 'bagger' te voorkomen, doe je snel weer aan lijnteelt, met de eerste generatie outcross.

dus, die 'bagger' ontstaat dus door nogmaals met die eerste generatie honden met ouders die totaal niet verwant aan elkaar zijn, te fokken met niet-verwante honden???
ik ga dan ook liever 5 a 6 generaties terug in me lijn of nog verder om me bloed te verversen , en niet totaal vreemd bloed want dan is het en blijf het af wachten wat er uit komt.
:? mohol :mann: , kan je dat verhaal van die vijf a zes generaties terug nog eventjes uitleggen? lin snapt het weer niet...............

enne, is het niet een beetje overdreven allemaal, die lijnteelt, als je god betere het naar een ander continent moet voor wat vers bloed???

in bloed verversing doe je nooit een volledige outcross,
de teef is altijd vast en de reu kan 1 kant bloedverwandschap hebben
en de anderkant vreemt bloed

dan nog als ik totaal vreem bloed gebruikt dan kan je bijvoorbeeld met een teefje treug op de lijn fokken door middel een oom nicht combinatie te maken dan staat alles inprenciepe weer vast met versbloed.

wat ik met die generaties bedoel is generaties terug op de stamboom.
er staan 4 generaties op een NL stamboom
dus ga je 5 of 6 of verder terug in je lijn om daar bloed te halen.

mol :twisted: 8)
Gebruikersavatar
kanjer
Actief
Berichten: 100
Lid geworden op: 01 aug 2003 22:13
Locatie: Rotterdam
Contacteer:

Ongelezen bericht door kanjer »

Daar ben je wel ff tijdje zoet mee hoor :mrgreen:
gr. gaby :zwaai:
Apache † 02-01-05
Lucky

Don't be afraid 'Cuz I won't bite
Afbeelding

Carpe Diem
TIS ONLY IN THEIR DREAMS THAT MEN TRULY BE FREE,
'TWAS ALWAYS THUS, AND ALWAYS THUS WILL BE.
Gebruikersavatar
mechelaar_fan
Zeer actief
Berichten: 1252
Lid geworden op: 02 dec 2002 13:02
Locatie: mechelen

Ongelezen bericht door mechelaar_fan »

Martijn schreef:
mechelaar_fan schreef:wat is een mooie reu? dat wat een keurmeester in de schowring mooi vindt?
als je een dekreu kiest, wetende dat de keurmeester in de showring reeds rekening houdt met wie de vader is van de hond... dan ben je verkeerd bezig. Dit is heel typisch in de modegevoelige showfok.
Men gaat aan lijnteelt doen, binnen die enge lijn selecteert men op modegrillen, waardoor de bloedbasis steeds weer versmalt.

Door het heterosis-effect krijg je bij de kruising van twee lijnen niet de onvoorspelbare bagger, maar een sterke F1--hybride, wel is het in de volgende generaties minder voorspelbaar.
Bastaardkracht of heterosis is grotendeels onzin en wat er van waar is gaat op voor honden van verschillende rassen. Niet tussen twee ouderdieren uit verschillende lijnen binnen een ras. En het is al helemaal geen hybride :roll:
waar slaat dat nu op? iets gehoord over de klok en de klepel, typisch martijn...
Het heterosis verkrijgt men - bij definitie - door het kruisen van 2 gescheiden inteeltlijnen, dus het kruisen van 2 verschillende populaties waarop inteelt (of lijnteelt wat een bijzondere vorm van inteelt is). Hierbij is het van geen tel of die populaties tot een verschillend ras behoren. Het wordt veel gedaan bij suikerbieten en tulpen... Dit geeft de F1-hybriden, gewassen met een hogere opbrengst. Het effect vermindert door de vermenging van de genen met elke daaropvolgende generatie. Het succes van de F1 is dat door de inteelt de minder vitale genen van de twee inteeltouders zijn weggeselecteerd. Allemaal geen probleem als je met planten werkt, maar met honden...
Gebruikersavatar
Mol
Zeer actief
Berichten: 4735
Lid geworden op: 24 apr 2002 23:44

Ongelezen bericht door Mol »

mechelaar_fan schreef:
Martijn schreef:
mechelaar_fan schreef:wat is een mooie reu? dat wat een keurmeester in de schowring mooi vindt?
als je een dekreu kiest, wetende dat de keurmeester in de showring reeds rekening houdt met wie de vader is van de hond... dan ben je verkeerd bezig. Dit is heel typisch in de modegevoelige showfok.
Men gaat aan lijnteelt doen, binnen die enge lijn selecteert men op modegrillen, waardoor de bloedbasis steeds weer versmalt.

Door het heterosis-effect krijg je bij de kruising van twee lijnen niet de onvoorspelbare bagger, maar een sterke F1--hybride, wel is het in de volgende generaties minder voorspelbaar.
Bastaardkracht of heterosis is grotendeels onzin en wat er van waar is gaat op voor honden van verschillende rassen. Niet tussen twee ouderdieren uit verschillende lijnen binnen een ras. En het is al helemaal geen hybride :roll:
waar slaat dat nu op? iets gehoord over de klok en de klepel, typisch martijn...
Het heterosis verkrijgt men - bij definitie - door het kruisen van 2 gescheiden inteeltlijnen, dus het kruisen van 2 verschillende populaties waarop inteelt (of lijnteelt wat een bijzondere vorm van inteelt is). Hierbij is het van geen tel of die populaties tot een verschillend ras behoren. Het wordt veel gedaan bij suikerbieten en tulpen... Dit geeft de F1-hybriden, gewassen met een hogere opbrengst. Het effect vermindert door de vermenging van de genen met elke daaropvolgende generatie. Het succes van de F1 is dat door de inteelt de minder vitale genen van de twee inteeltouders zijn weggeselecteerd. Allemaal geen probleem als je met planten werkt, maar met honden...
de teorie klopt wel maar als je hier over gaat praten heb je het niet meer over een ras maar een vuilens bak om het zo maar ff uit te drukken dus wat er gezegt word gaat gewoon weg niet op.

mol :twisted: 8)
Gebruikersavatar
mechelaar_fan
Zeer actief
Berichten: 1252
Lid geworden op: 02 dec 2002 13:02
Locatie: mechelen

Ongelezen bericht door mechelaar_fan »

ik kan je het verhaal vertellen van de outcross-kampioenen die 'des deux pottois' heeft voortgebracht in de ringsport en in de KNPV. Niks lijnteelt, alleen selectie van de beste teven en de beste reus.
Gebruikersavatar
Mol
Zeer actief
Berichten: 4735
Lid geworden op: 24 apr 2002 23:44

Ongelezen bericht door Mol »

mechelaar_fan schreef:ik kan je het verhaal vertellen van de outcross-kampioenen die 'des deux pottois' heeft voortgebracht in de ringsport en in de KNPV. Niks lijnteelt, alleen selectie van de beste teven en de beste reus.
tuurlijk,daar komen de verhalen,maar goed,de tak van honden sport is ook niet te vergelijken met show honden.

en dan nog de uitzonderring bevestigt de regel.

mol :twisted: 8)
zwartetulp
Vaste gebruiker
Berichten: 80
Lid geworden op: 17 jun 2003 22:03
Locatie: Arnhem
Contacteer:

Ongelezen bericht door zwartetulp »

v.d Lupinehof schreef:
zwartetulp schreef:Nee wat jij zegt klopt:

Vroeger was er nog bijna geen lijnteeld:
Daarom ziet iedere hond er nog bijna het zelfde uit als de wolf.... Laat je nakijken man! :roll:
vroeger was er allen maar lijteelt niks ander dan .
lijnteeld is namelijk de basis van elk ras ander had je nooit zoveel type verloop gehad in de rassen op zich,dus laat je zelf maar eens na kijken.

mol :twisted: 8)
Mol leer lezen.............
Doos:
Afbeelding
EvitaP
Zeer actief
Berichten: 614
Lid geworden op: 06 mei 2002 20:16
Aantal honden: 1
Contacteer:

Ongelezen bericht door EvitaP »

zwartetulp schreef:
v.d Lupinehof schreef:
zwartetulp schreef:Nee wat jij zegt klopt:

Vroeger was er nog bijna geen lijnteeld:
Daarom ziet iedere hond er nog bijna het zelfde uit als de wolf.... Laat je nakijken man! :roll:
vroeger was er allen maar lijteelt niks ander dan .
lijnteeld is namelijk de basis van elk ras ander had je nooit zoveel type verloop gehad in de rassen op zich,dus laat je zelf maar eens na kijken.

mol :twisted: 8)
Mol leer lezen.............
sarcasme
groetjes
Evita

https://nl-nl.facebook.com/adogsagenda - Activiteiten van de Noa Dog!
Plaats reactie

Terug naar “Fokken van honden”