CharlesvdBerkt schreef:Even dan voor de leken een deel uit de rasstandaard:
KOP.
De kop is wigvormig, in overeenstemming met de lichaamsgrootte (ongeveer 40% van de schofthoogte), zonder plomp of overstrekt te zijn, in het totaal droog en tussen de oren matig breed.
Het voorhoofd is van voren en van opzij gezien slechts weinig gewelfd en zonder of slechts met zwak aangeduide middengroef.
De verhouding tussen bovenschedel en gezichtsgedeelte bedraagt 50% - 50%.
De breedte van de bovenschedel komt ongeveer overeen met de lengte van de bovenschedel.
De bovenschedel gaat (van boven gezien) van de oren tot de de punt van de neus, gelijkmatig verkleinend via een schuin verlopende, niet scherp gevormde stop over in het wigvormig verlopende gezichtdeel (vang) van de kop.
Boven- en onderkaak zijn krachtig ontwikkeld. De neusrug is recht, een dip of welving is niet gewenst.
De lippen zijn strak, goed sluitend en van donkere kleur.
Voorhand.
De voorste ledematen zijn van alle zijden bezien recht en van voren bezien absoluut parallel. Schouderblad en opperarmbeen zijn van gelijke lengte en door middel van krachtige bespiering vast tegen het lichaam gelegen. De hoeking van schouderblad en opperarm bedraagt in het ideale geval 90 °, doorgaans tot 110 °.
De ellebogen mogen noch in stand noch in de beweging uitgedraaid worden en evenmin naar binnen gedrukt zijn.
De onderarmen zijn van alle zijden bezien recht en absoluut parallel staande ten opzichte van elkaar, droog en vast bespierd. De voormiddenvoet heeft een lengte van ongeveer eenderde van de onderarm en heeft een hoeking met deze van ongeveer 20 ° tot 22 °. Zowel een te schuin staande voormiddenvoet (meer dan 22 °) als een te steil staande voormiddenvoet (minder dan 22 °) beïnvloeden de gebruiksgeschiktheid, in het bijzonder het uithoudingsvermogen.
De poten zijn rond, goed gesloten en gewelfd. De voetzolen zijn hard maar niet bros. De nagels zijn krachtig en van donkere kleur.
Bedankt voor het plaatsen.
Wat de kop betreft zit ik denk ik wel aardig goed met wat mij te grof/zwaar lijkt.
Dat van de voormiddenvoet wist ik niet, dat daarover een minimale en maximale hoeking in de standaard beschreven staat.
Ik begrijp alleen niet zo goed hoe dat dan rijmt met het eerste deel wat over de voorhand gaat, dat de voorste ledematen van alle zijden bezien recht zijn. Dat klopt dan toch niet, of maak ik een denkfout?
Heb je misschien een plaatje van een ideale hoek van de voormiddenvoet van een Duitse Herder?