Mijn lieve, trouwe, kleine Knorrie.
15 jaar en anderhalve maand ben je geworden.
Je was dan wel een Jack Russell van soort, maar ik heb nog nooit zo'n lieverd als jij meegemaakt.
5 Gehoorzaamheid & Gedrag diploma's hebben we samen, met vlag en wimpel, gehaald.
En alles liet je toe: cavia's, een vrouwtjes Jack Russell waar je 2 jaar later 4 puppies mee kreeg, een opvang Jack Russell van jouw leeftijd, en, op latere leeftijd, nog een kat, en het laatste jaar nog zelfs een Siamese kitten erbij. Zo bang als zij voor je was de eerste dagen, omdat ze nog nooit een hond in haar jonge leventje had gezien, heb jij haar vertrouwen gewonnen, en werd jij haar grote vriend. Toen jij vorig jaar ziek was, en een week opgenomen werd, heeft ze elke dag naar je lopen zoeken. Toen jij 5 dagen geleden in elkaar stortte is ze vaak bij je komen kijken, hoe het was.
Humor had je ook: hoe vaak heb jij mij wel niet 'omver geworpen' om me helemaal af te lebberen.
Je hield je vriendinnetje Tessa ook vaak voor de gek: net doen of je geen interesse had in
haar bal, er langs lopen, en als ze dan even niet oplette: Hap!
Of je 'tikte' haar aan, van achteren, en ging dan snel naar achteren: 'Pomtiedom! Is er wat
aan de hand?', als ze naar achteren keek.
Toen Tessa net 2 weken bij ons was, heb jij de benen genomen, en bent, helemaal in je
eentje, met de bus naar het Hoofdstation gereisd. Hoe vaak heb ik daarna wel niet moeten
aanhoren: Heeft 'ie z'n buskaartje wel bij zich?
En wat hebben we einden gewandeld. Kilometers!
Genieten kon je ook: Op mijn scootmobiels, door het open veld, keek jij je ogen uit. Met je
neus in de wind kon je eindeloos genieten van onze tochten. Zelfs je laatste tocht, naar de
dierenarts, keek je nog op van je kussen.
En bij mij onder de dekens: 'Zucht! Knor!
Soms werd je helemaal gek in het koppie: dan rende je rondjes door het huis.
Jij hebt een aantal keren mijn leven gered: toen ik in het ziekenhuis moest liggen met een
infectie aan het pompje in mijn hoofd, was jij daar, ineens, stiekem, met toestemming van
de arts, kwispelend op mijn bed. Wat waren we allebei blij!
Vorig jaar moest ik één kleine boodschap in de supermarkt doen; ik was nog geen 5 minuten binnen. Jij was meegenomen door een dronkaard, waar ik, vlak daarvoor, nog mee had gepraat over jou. Hoe het kwam weet ik niet, maar de politie was er binnen 5 minuten. Gelukkig kon een clubje kinderen, die jou had meegenomen zien worden, de man identificeren, en wist de politie gelijk wie het was. Met 4 politiewagens, 11 man in totaal, zijn ze naar jou op zoek gegaan.
Binnen een uur hadden ze je gevonden, bij de man thuis.
Toen ze je weer naar het winkelcentrum brachtten, stapte je heel parmantig, met je staartje in de lucht, uit de politiewagen:' Dat was een leuk ritje!'
2 Maanden later werd je heel ziek. Binnen een paar uur was je van een vrolijk hondje veranderd naar een hulpeloos wezentje wat alleen maar kon braken en spuitpoepen. Je was zó ziek! Met spoed werd je naar de Dierenkliniek aan de andere kant van de stad gebracht. Daar werd je gelijk aan het infuus gelegd. Je hebt zelfs nog de dierenarts, per ongeluk maar óh zó gericht, ondergepoept.
Wat was ik bang, dat ik je toen al zou verliezen!
Gelukkig werd je na 3 dagen een stuk beter; ik mocht je zelfs een eindje buiten laten lopen, op het grasveldje naast de kliniek.
Wat miste ik mijn team-maatje!
Gelukkig mocht je, na een week in de kliniek te zijn geweest, weer naar huis.
En toen mijn Pa overleed; jij was er voor me.
Ik hoop dat ik er voor jou ook altijd ben geweest.
Vaarwel beste vriend. We zien elkaar op de Regenboogbrug.




TARAK







