Bauke is niet echt een kindervriend: vindt kinderen onvoorspelbaar en niet te vertrouwen.
dus hij is erg alert als hij kinderen ziet en bang als kinderen gaan gillen of renne, of ineens op hem afkomen

Dan blaft hij of zelfs gaat hij grommen, bij voorbaat dus.
Maar sommige kinderen zijn heel rustig en vanmorgen zelfs wilde een jongen een tak aan Bauke aanbieden

Maar dan kom ik tussenbeide en zeg al sneL;
"nee, doe dat maar niet"

Ik kan dat niet uitstaan, want nu creeer ik voor Bauke helemaal een :
niet te vetrouwen situatie
( en het was zo zielig voor die goedbedoelde jongen)
Hoe leer ik dit af?
En hoe kan ik Bauke dit duidelijk maken, dat niet ALLE kinderen zo onbetrouwbaar zijn?
Maar aan de andere kant:
kinderen blijven onvoorspelbaar en lokken Bauke ook vaak uit, omdàt hij zo is
