Golden Retriever
Geplaatst: 09 feb 2005 12:33
Golden Retriever
(met dank aan Marion)
De Golden Retriever is een evenredig gebouwde, levendige, krachtige hond, die praktisch en goed in elkaar zit. Teven zijn 51-56 cm schofthoogte, reuen 56-61 cm. De lendenen zijn kort, hij is diep in de hartstreek. De ribben zijn diep en goed gewelfd. Bovenbelijning is recht.
De voorbenen zijn recht, met goede bone, schouders goed naar achteren liggend, schouderblad lang met even lange opperarm, waardoor de benen goed onder het lichaam geplaatst zijn. Ellebogen goed aansluitend. Ze hebben ronde kattevoeten.
De achterbenen en lendenen zijn sterk en gespierd, met goede schenkels en goed gebogen knie. Lage sprongen. Van achteren gezien staan de benen recht, mogen niet naar buiten of binnen knikken. Koehakkig is zeer ongewenst.
Het gangwerk is krachtig en stuwend. Recht en vlak, zowel voor als achter. Van opzij gezien moet het gangwerk een lange, vrije pas vertonen zonder een spoor van steppen met de voorbenen.
Het hoofd moet in balans zijn en fijn besneden met een brede, maar niet grove, schedel; goed geplaatst op de hals, met een krachtige, brede en diepe snuit. De lengte van de voorsnuit is gelijk aan de afstand tussen de - duidelijke - stop en de achterhoofdsknobbel. De neus dient bij voorkeur zwart te zijn. De ogen zijn donkerbruin, goed uit elkaar geplaatst, donkere oogranden. De oren zijn van matige grootte en geplaatst op gelijke hoogte met de ogen. De kaak is sterk, met een perfect, regelmatig en volledig schaargebit (de tanden van de bovenkaak vallen net over de tanden van de onderkaak heen). De hals is droog en gespierd.
De staart is aangezet en gedragen op dezelfde hoogte als de rug. Net lang genoeg om tot de hak te reiken. Geen krul aan het eind. De Golden kan elke teint van goud tot roomkleur hebben, géén rood of mahonie. Enkele witte haren, op de borst alleen, zijn toegestaan.
Zijn beharing is vlak of golvend, met een goede bevedering en een dichte, waterbestendige ondervacht.
Het karakter
De Golden Retriever is intelligent en met een natuurlijke werkaanleg. Hij is gemoedelijk, vriendelijk en vol zelfvertrouwen.
De Golden Retriever is van oorsprong een jachthond, die het aangeschoten wild opspoort en naar de jager brengt. Dat betekent dat hij vastberaden is, een behoorlijk uithoudingsvermogen moet hebben, niet bang mag zijn voor water of moeilijk begaanbare struiken, een goed reukvermogen, 'zacht in de bek', schotvast zijn en 'will to please' hebben.
Golden Retrievers zijn echte 'doe-honden', geschikt voor nagenoeg iedere tak van hondensport. Hij wil graag een taak uitvoeren, en heeft behoorlijk wat lichaamsbeweging nodig. Echter als hij dat niet krijgt zal hij zich schikken in zijn lot, dan komt de zachtaardigheid in zijn karakter naar voren. Je maakt hem niet echt gelukkig met 3 rondjes per dag door de wijk, maar als jìj dat erg graag wil dan vind hij het goed.
De Golden is heel sociaal. Het liefst wil hij deel uit maken van alles wat z'n baasjes doen. Al is het een saai etentje in een restaurant en kan hij alleen maar stil onder tafel liggen, dan nog is hij er het liefste bij. 'Buiten gesloten worden' is echt een straf voor hem. Dat is achter een hek zetten, maar ook een deur voor hem sluiten. Een Golden is dus ook geen kennelhond, stop je hem in een kennel dan kwijnt hij binnen no-time weg. Het is ook een gevoelig dier. Een hardhandige aanpak is bij de Golden echt uit den boze, en richt meer kwaads dan goeds aan. In aanleg leert hij snel, en hij doet graag iets voor z'n baas. Het is wel aan de baas om die aanleg tot bloei te laten komen. Dit gaat niet vanzelf.
Hij is heel tolerant en evenwichtig van aard. Drukte en onvoorspelbaar gedrag brengen hem niet snel van zijn stuk. In combinatie met zijn zachte bek, wordt hij dus kindvriendelijk genoemd. Het blijft echter wel een hond, waar de druppel ook over de emmer kan lopen. Zelfs een Golden kun je niet alleen laten met kinderen.
Het is geen waakhond. Zijn diepe blaf zal sommigen wellicht afschrikken, maar als er onverlaten binnen komen dan zal de Golden hen bij wijze van spreken 'wijzen waar de portemonnee ligt'. Hij vind het veel te leuk dat er mensen binnen komen. Zoals al gezegd, het is een sociaal dier. Naar mens en hond. Buiten, in hond-hond situaties, zul je met hem niet snel in problemen komen. Hij verstaat de hondentaal over het algemeen heel goed, en zal niet snel als eerste op andere honden afstormen. Maar hij staat wel zijn mannetje als dat nodig is.
Naar mensen toe, zul je zijn enthousiasme moeten temperen. De kans is groot dat je Golden anders een ongeleid projectiel wordt, dat bij de minste geringste toenadering, naar vreemde mensen toe wil en tegen ze op gaat springen. Uiteraard zijn volwassenen daar meestal niet van gediend, maar buiten dat vallen kleine kinderen om bij zoveel enthousiasme. "Over-socialiseren" met mensen is met een Golden geen goed plan dus.
Voorliefde voor water is aangeboren, dan maakt het ze niet uit of het een helder beekje of een moddersloot is. Het moge duidelijk zijn dat dat niet echt samengaat met een schoon huis of een schone auto. Ze hebben wel een zelf-reinigende vacht. Na een uurtje slapen ligt al het zand uit de moddersloot wel op je vloer.
Nog steeds (gelukkig maar) 'dragen' de meeste Goldens heel graag iets. Of dat een tasje boodschappen is, of hun eigen tennisbal, maakt niet zoveel uit. Als ze maar iets in hun bek hebben en mee kunnen dragen.
Juist door bovenstaand verhaal wordt vaak gedacht dat een Golden niet opgevoed hoeft te worden. Dat hij als vanzelf gehoorzaam is. Dat is niet zo. Een goed gefokte Golden heeft alle bovenstaande kwaliteiten in zich, maar zonder opvoeding en zonder hem te prikkelen zullen deze niet naar boven komen.
Rasgroep 8
(met dank aan Marion)
De Golden Retriever is een evenredig gebouwde, levendige, krachtige hond, die praktisch en goed in elkaar zit. Teven zijn 51-56 cm schofthoogte, reuen 56-61 cm. De lendenen zijn kort, hij is diep in de hartstreek. De ribben zijn diep en goed gewelfd. Bovenbelijning is recht.
De voorbenen zijn recht, met goede bone, schouders goed naar achteren liggend, schouderblad lang met even lange opperarm, waardoor de benen goed onder het lichaam geplaatst zijn. Ellebogen goed aansluitend. Ze hebben ronde kattevoeten.
De achterbenen en lendenen zijn sterk en gespierd, met goede schenkels en goed gebogen knie. Lage sprongen. Van achteren gezien staan de benen recht, mogen niet naar buiten of binnen knikken. Koehakkig is zeer ongewenst.
Het gangwerk is krachtig en stuwend. Recht en vlak, zowel voor als achter. Van opzij gezien moet het gangwerk een lange, vrije pas vertonen zonder een spoor van steppen met de voorbenen.
Het hoofd moet in balans zijn en fijn besneden met een brede, maar niet grove, schedel; goed geplaatst op de hals, met een krachtige, brede en diepe snuit. De lengte van de voorsnuit is gelijk aan de afstand tussen de - duidelijke - stop en de achterhoofdsknobbel. De neus dient bij voorkeur zwart te zijn. De ogen zijn donkerbruin, goed uit elkaar geplaatst, donkere oogranden. De oren zijn van matige grootte en geplaatst op gelijke hoogte met de ogen. De kaak is sterk, met een perfect, regelmatig en volledig schaargebit (de tanden van de bovenkaak vallen net over de tanden van de onderkaak heen). De hals is droog en gespierd.
De staart is aangezet en gedragen op dezelfde hoogte als de rug. Net lang genoeg om tot de hak te reiken. Geen krul aan het eind. De Golden kan elke teint van goud tot roomkleur hebben, géén rood of mahonie. Enkele witte haren, op de borst alleen, zijn toegestaan.
Zijn beharing is vlak of golvend, met een goede bevedering en een dichte, waterbestendige ondervacht.
Het karakter
De Golden Retriever is intelligent en met een natuurlijke werkaanleg. Hij is gemoedelijk, vriendelijk en vol zelfvertrouwen.
De Golden Retriever is van oorsprong een jachthond, die het aangeschoten wild opspoort en naar de jager brengt. Dat betekent dat hij vastberaden is, een behoorlijk uithoudingsvermogen moet hebben, niet bang mag zijn voor water of moeilijk begaanbare struiken, een goed reukvermogen, 'zacht in de bek', schotvast zijn en 'will to please' hebben.
Golden Retrievers zijn echte 'doe-honden', geschikt voor nagenoeg iedere tak van hondensport. Hij wil graag een taak uitvoeren, en heeft behoorlijk wat lichaamsbeweging nodig. Echter als hij dat niet krijgt zal hij zich schikken in zijn lot, dan komt de zachtaardigheid in zijn karakter naar voren. Je maakt hem niet echt gelukkig met 3 rondjes per dag door de wijk, maar als jìj dat erg graag wil dan vind hij het goed.
De Golden is heel sociaal. Het liefst wil hij deel uit maken van alles wat z'n baasjes doen. Al is het een saai etentje in een restaurant en kan hij alleen maar stil onder tafel liggen, dan nog is hij er het liefste bij. 'Buiten gesloten worden' is echt een straf voor hem. Dat is achter een hek zetten, maar ook een deur voor hem sluiten. Een Golden is dus ook geen kennelhond, stop je hem in een kennel dan kwijnt hij binnen no-time weg. Het is ook een gevoelig dier. Een hardhandige aanpak is bij de Golden echt uit den boze, en richt meer kwaads dan goeds aan. In aanleg leert hij snel, en hij doet graag iets voor z'n baas. Het is wel aan de baas om die aanleg tot bloei te laten komen. Dit gaat niet vanzelf.
Hij is heel tolerant en evenwichtig van aard. Drukte en onvoorspelbaar gedrag brengen hem niet snel van zijn stuk. In combinatie met zijn zachte bek, wordt hij dus kindvriendelijk genoemd. Het blijft echter wel een hond, waar de druppel ook over de emmer kan lopen. Zelfs een Golden kun je niet alleen laten met kinderen.
Het is geen waakhond. Zijn diepe blaf zal sommigen wellicht afschrikken, maar als er onverlaten binnen komen dan zal de Golden hen bij wijze van spreken 'wijzen waar de portemonnee ligt'. Hij vind het veel te leuk dat er mensen binnen komen. Zoals al gezegd, het is een sociaal dier. Naar mens en hond. Buiten, in hond-hond situaties, zul je met hem niet snel in problemen komen. Hij verstaat de hondentaal over het algemeen heel goed, en zal niet snel als eerste op andere honden afstormen. Maar hij staat wel zijn mannetje als dat nodig is.
Naar mensen toe, zul je zijn enthousiasme moeten temperen. De kans is groot dat je Golden anders een ongeleid projectiel wordt, dat bij de minste geringste toenadering, naar vreemde mensen toe wil en tegen ze op gaat springen. Uiteraard zijn volwassenen daar meestal niet van gediend, maar buiten dat vallen kleine kinderen om bij zoveel enthousiasme. "Over-socialiseren" met mensen is met een Golden geen goed plan dus.
Voorliefde voor water is aangeboren, dan maakt het ze niet uit of het een helder beekje of een moddersloot is. Het moge duidelijk zijn dat dat niet echt samengaat met een schoon huis of een schone auto. Ze hebben wel een zelf-reinigende vacht. Na een uurtje slapen ligt al het zand uit de moddersloot wel op je vloer.
Nog steeds (gelukkig maar) 'dragen' de meeste Goldens heel graag iets. Of dat een tasje boodschappen is, of hun eigen tennisbal, maakt niet zoveel uit. Als ze maar iets in hun bek hebben en mee kunnen dragen.
Juist door bovenstaand verhaal wordt vaak gedacht dat een Golden niet opgevoed hoeft te worden. Dat hij als vanzelf gehoorzaam is. Dat is niet zo. Een goed gefokte Golden heeft alle bovenstaande kwaliteiten in zich, maar zonder opvoeding en zonder hem te prikkelen zullen deze niet naar boven komen.
Rasgroep 8
,
