Ster topic:

Kijk je naar goedkopere alternatieven voor je hond nu alle de prijzen zo uit de bocht vliegen?
Ster topic! [url=https://www.hondenforum.nl/plaza/viewtopic.php?t=338121]Klik hier om te reageren


Ben je nieuw en wil je een account maken? Klik hier!
Een (zeer) beknopte handleiding voor nieuwe leden vind je hier: Klik!
Het hondenforum team stelt zich hier voor: Klik!


Laatste wijziging 23-03-2022
Wil je deze forummededeling niet meer zien? klik dan rechtsboven in dit vak

Bullmastiff

Wat is dat nu voor een ras?

Moderator: moderatorteam

Gebruikersavatar
yvon
Zeer actief
Berichten: 934
Lid geworden op: 23 jun 2009 19:19
Mijn ras(sen): Bullmastiff
Aantal honden: 2
Locatie: Winschoten
Contacteer:

Bullmastiff

Ongelezen bericht door yvon »

Het Karakter
Het karakter van de Bullmastiff is bepaald door het soort werk, waarvoor dit ras in eerste instantie bedoeld was.
De Engelse jachtopzieners hadden behoefte aan een lenige, sterke en gehoorzame hond, die zelf beslissingen zou kunnen nemen als hij alleen aan het werk was. In het begin van de 20e eeuw was de Engelse wetgeving zo streng, dat stropers er werkelijk alles voor over hadden om te kunnen ontsnappen. Voor de veiligheid van de jachtopziener, was de NACHTHOND VAN DE JACHTOPZIENER niet alleen een aanwinst voor deze man maar een noodzakelijkheid.

De originele jachtopzieners honden waren veel agressiever dan voor de hedendaagse Bullmastiff nodig of aanvaardbaar is. De vroegere Bullmastiffs woonden met hun bazen in onbewoonde eenzame bossen.
Vandaag de dag zijn deze landelijke en eenzame levensgewoonten een zeldzaamheid voor mens en dier. De huidige Bullmastiff kan een uitstekend waakhond zijn en toch vredig en sociaal in onze moderne dichtbevolkte samenleving leven.

Toch moet men in gedachte houden dat het temperament van de Bullmastiff gericht is op waken. Deze hond kon een volledig wanhopige man pakken, neerleggen en vasthouden. De Bullmastiff is echter anders dan de meeste waakhondenrassen omdat hij een onafhankelijke mening heeft. Als je de bezitterige aard combineert met de onafhankeljke geest en daarbij optelt de lenigheid, de intelligentie en de kracht van een hond met deze afmetingen zoals vermeld in de standaard, dan is de uitkomst: een heel indrukwekkende hond.

De Bullmastiff kan verschrikkelijk lief en zachtaardig zijn maar zich ook gedragen als een volslagen idioot, afhankelijk van de situatie. Soms zie je ze opgerold een dutje doen tussen kleine kindertjes of kijken ze samen televisie. Ook zie je ze vaak op de rug liggen met alle vier de poten in de lucht.
Elke Bullmastiff heeft een eigen persoonlijkheid. Wat hier echter geschreven staat gaat over de Bullmastiff met de juiste persoonlijkheid zoals vereist voor het ras.

De Bullmastiff kan heel goed getraind worden, speciaal op gehoorzaamheid en dat is ook heel noodzakelijk voor een zo grote hond in een doorsnee gezin. Een van de belangrijkste zaken voor zo'n training is de consequente aanpak. Vanaf het moment, dat zo'n klein schattig, aandoenlijk puppie in uw gezin wordt opgenomen is het van het grootse belang dat alle gezinsleden zich houden aan vaste richtlijnen betreffende wat wel en wat niet mag.
Puppies mogen vooral niet verwend worden, want dan zullen ze tot in het oneindige gaan doordrammen om hun zin te krijgen en dat resulteert dan in een onuitstaanbare volwassen hond. Als bepaalde gedragingen in huis niet mogen, dan moeten deze vanaf het begin verboden worden.
Om een klein voorbeeld te geven van de intelligentie van een Bullmastiff pup die zijn zin wil hebben, u maakt het volgende mee: eerst een gespeelde angst- of schrikreactie, dan ongeloof met een uitdrukking van "dat kun je toch niet serieus menen?", dan uitermate gekwetst, minachtend, "ik heb je echt niet gehoord", dan super aanhalig of nog wat andere intriges, het betreffende puppie eigen.
Als u probeert het gedrag van een Bullmastiff te corrigeren krijgt u vast te maken met een van bovenstaande antwoorden. Geef alstublieft niet toe, want dan duurt het tien keer langer om een bepaalde gedragslijn af te leren. Molossers zijn in het algemeen 's-werelds beste oplichters; dat is het gedrag van een intelligente hond!
Een consequente, duidelijke, vriendelijke opvoeding laat het intelligente karakter van de hond duidelijk uitkomen. Voor sommige mensen zijn deze honden eigenwijs en koppig en zeer moeilijk op te voeden, maar het ras is verre van dom. Als u een pup uit gaat zoeken, kies dan nooit het meest verlegen of het meest brutale puppie. Deze eigenschappen kunnen voor een pup heel leuk lijken, maar voor een volwassen hond zijn ze niet gewenst.

Trouw is de basis voor het Bullmastiff karakter. Een hond van dit ras sluit de hele familie in zijn hart en geeft zichzelf totaal op elk moment. Hij zal zijn roedel beschermen ten koste van alles. Hoewel het een fantastich ras is, is de Bullmastiff niet voor iedreen en geschikte hond. Mensen die geen tijd kunnen besteden aan het opvoeden van een hond en niet tegen het karakter kunnen , moeten hier dan ook NOOIT aan beginnen.

Of je houd van het ras of je verfoeid het, eens een Bullmastiff, altijd een Bullmastiff.

De Rasstandaard
Het korrekte type is vastgelegd in de standaard van het ras. De rastypischheid bestaat uit een aantal lichamelijke eigenschappen die het ras kenmerken. De rastypischheid is de basis die noodzakelijk is voor een raszuivere hond.
Om in staat te zijn de Bullmastiff in een oogopslag te kunnen onderscheiden van andere rassen, moet de hond opvallende en kenmerkende eigenschappen hebben.
De omschrijving van een Bullmastiff ligt vast. Voor het fokken van raszuivere Bullmastiffs is dus geen inventiviteit nodig. Fokken is alleen het oppakken van de draden van het genetische kleed dat is gewoven door vroegere fokkers. Elke fokker moet fokken volgens de bestaande standaard. De uitleg van de standaard door de fokker geeft de verschillen aan in elke lijn, maar uiteindelijk zal in een ideale situatie elke hond van het ras meer op de andere moeten lijken, dan er verschillen mogen zijn. Dit is de uniformiteit, de eensluidendheid van het rastype.

Algemeen beeld:
Krachtig gebouwd, symmetrisch, met veel massa, maar niet lomp, evenredig actief.

Karakteristieken:
Krachtige bouw, uithoudingsvermogen, actief en betrouwbaar.

Hoofd en schedel:
Schedel groot en vierkant vanuit elke hoek bekeken, met plooivorming als hij geïnteresseerd is maar niet in rust. De omvang van de schedel mag evenveel centimeters meten als de hoogte van de schoft. De schedel moet breed en diep zijn, met goed opgevulde kaken. Geprononceerde stop. Voorsnuit kort. De afstand van de neuspunt tot de stop moet bij benadering eenderde zijn van neuspunt tot de occiput. Breed onder de ogen. De neusrug is breed tot het einde bij de neuspunt. De voorsnuit is stomp en vierkant en vormt een rechte hoek met de lijn over de neusrug. De massa van de voorsnuit moet in overeenstemming zijn met de massa van de schedel. De onderkaak moet breed blijven tot het einde. De neusspiegel moet breed zijn, met wijd geopende neusgaten. De neus ligt vlak, noch puntig noch opwaarts gebogen. De lippen niet overhangend, nooit beneden de onderkant van de onderkaak.
Ogen:
Donker of hazelnootkleurig en van middelmatige grootte, zover uit elkaar geplaatst als de breedte van de neusrug en tussen de ogen een groeve. Lichte of gele ogen hoogst ongewenst.

Oren:
V-vormig naar achteren gevouwen. Hoog en ver uit elkaar aangezet en geeft met de bovenkant van de schedel een vierkante indruk, welke zeer belangrijk is. De oren zijn klein en donkerder van kleur dan de kleur op het lichaam. De punt van het oor komt ter hoogte van het oog wanneer de hond alert is. Rose-oor is hoogst ongewenst.

Mond en gebit:
Gebit bij voorkeur tanggebit, lichte ondervoorbeet is toegestaan doch niet geprefereerd. Hoektanden groot ontwikkeld en ver uit elkaar geplaatst. Overige tanden sterk, recht en goed geplaatst.

Hals:
Goed gebogen en van middelmatige lengte, zeer gespierd en van bijna dezelfde omtrek als de omvang van de schedel.

Voorhand:
Borst breed en diep, goed tussen de voorbenen geplaatst met een diepe voorborst. Gespierde schouders, schuin liggend en krachtig maar niet beladen. Voorbenen krachtig en recht met zwaar bot. Goed uit elkaar geplaatst zodat er een krachtig recht front ontstaat. Sterke en rechte middenvoeten.

Lichaam:
Rug kort en recht, wat de hond een compacte indruk geeft, doch nooit zo kort dat het hinderlijk wordt bij de beweging. Karperruggen en doorgezakte ruggen hoogst ongewenst.

Achterhand:
De lendenen zijn breed en gespierd met behoorlijk diepe flanken. Achterbenen sterk en gespierd met goed ontwikkelde onderdijen, die kracht en beweeglijkheid geven. Nooit lomp. Hakken middelmatig gehoekt. Koehakkig is hoogst ongewenst.

Voeten:
Goed gebogen tenen (katvoet) met harde teenkussens. Donkere teennagels gewenst. Spreidtenen hoogst ongewenst.

Staart:
Hoog aangezet-breed bij de aanzet, smal uitlopend en tot de hak reikend. Hij wordt recht of licht gebogen hangend gedragen, doch nooit zo ver over de rug of zo hoog als bij brakken. Knik of kronkelstaarten hoogst ongewenst.

Beweging:
De beweging toont kracht en straalt vastberadenheid uit. Als de hond recht loopt mogen voor- noch achterbenen elkaar kruisen. Het rechtervoorbeen en linker achterbeen worden tegelijk voortbewogen. Een goede ruglijn gecombineerd met een krachtige achterhand geeft een goede balans en een harmonisch gangwerk.

Vacht:
Kort en hard, weerbestendig, vlak aanliggend.
Lang, zijdeachtig of wollige vacht is hoogst ongewenst.

Kleur:
ledere tint van gestroomd, zandkleurig of rood. De kleur dient zuiver te zijn. Een kleine witte aftekening op de borst is toegestaan. Andere witte aftekeningen zijn ongewenst. Een zwarte voorsnuit is essentieel, omhooglopend afnemend tot en zwart rond de ogen. Dit geeft de typische expressie.

Schofthoogte:


Reuen: 63,5 cm tot 68,5 cm.


Teven: 61 cm tot 66 cm.
Gewicht:



Reuen: 49,9 kg. tot 59 kg.


Teven: 41 kg. tot 49,9 kg.
Fouten:
ledere afwijking van de voorgenoemde punten moet als fout gezien worden. De waarde van die fout moet ten opzichte van het totaal aangerekend worden. Reuen moeten twee ingedaalde testikels hebben en zichtbaar zijn in het scrotum.

FCI standard nr. 157c - Goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de FCI op 23 en 24 juni 1987 te Jerusalem.

De Geschiedenis
De naam Bullmastiff zegt het eigenlijk zelf al, dit ras is gefokt uit de Bulldog en de Mastiff. Deze beide rassen zijn al zeer oud en vonden ook hun oorsprong in Engeland. Altijd al vinden we in de geschiedenis dat honden in dienst stonden van de mens. Als jachthond, veedrijver, bewaker van huis en hof, als beschermer van de kudde, maar zeker ook als oorlogshond. Zeer grote honden trokken met de legers mee ten strijde. Deze honden werden uitsluitend gefokt en geselecteerd op hun werkkwaliteiten. Zo vinden we in de ontwikkeling van de Mastiff de oorlogshond terug. Engeland bezat toen al heel grote honden. Ook andere volkeren zoals de Romeinen hielden van deze oorlogshonden en zo ontdekten de Romeinen bij de inval in Groot-Brittannië deze grote Mastiffs die nog groter bleken te zijn dan de doggen van Rome. Toen werden enkele van deze honden mee naar Rome genomen om ze daar in te kruisen met de lokaal gefokte doggen van Rome (is misschien ook de basis geweest voor de ontwikkeling van de Franse, Duitse en de Doggen van Zwitserland?). De Engelse Bulldog die toen nog bekend stond als de vechter in de arena, wiens voorouders uit Spanje kwamen en in Engeland nog een tijd gefokt werden voor de hondengevechten, heeft zich na het verbod op deze gevechten gelukkig ontwikkeld tot de hedendaagse rustige en volkomen betrouwbare huis- en showhond. Echter, de toenmalige Bulldog was niet de goede lobbes van nu. Hij was uiterlijk hoger op de benen, minder zwaar gebouwd met een zwaar hoofd, wel erg lenig en bijzonder temperamentvol en een grage bijter.

Tweehonderd jaar geleden hadden den Engelsen deze beide rassen al eens ingekruist, wat ten gunste werd bedoeld voor de Mastiff-ontwikkeling. Men had toen ook al veel voor- en tegenstanders van het type zoals het zou moeten worden en de kruisingsproducten werden weer sterk geselecteerd. Een Franse schrijver Bufon schreef in 1791 het volgende: 'Uit de kruising van Mastiff en Bulldog ontstond een hond die wezenlijk groter was dan de Mastiff. Ook de schrijver Stonhenge geeft bericht van kruisingen tussen de Mastiff en de Bulldog. Hutchinson schrijft in 1876 dat uit deze kruisingen honden kwamen die uitstekend voor de africhting geschikt waren. Toch kwam de Bullmastiff als ras nog niet van de grond. Deze serieuze ontwikkeling liet toch nog enkele jaren op zich wachten. Inmiddels waren er wel wat mensen die in deze kruisingsproducten wat zagen en er ook mee werkten. Iets wat in die tijd alleen de aandacht had. Vanwege de goede resultaten die op werkgebied behaald werden kwam er toch meer aandacht voor deze kruisingsproducten. Deze ontwikkeling vond plaats tussen de jaren 1878 en 1910. Vooral de Engelse jachtopzieners hadden veel aandacht voor deze honden. Zij immers hadden een steeds groter wordende behoefte aan een goede werkhond vanwege het steeds moeilijker worden van het uitvoeren van hun werk. De grote armoede van die tijd noopte de mensen meer en meer tot stropen en wel op de grote jachtterreinen van de rijken. Op het stropen stond de doodstraf door middel van ophanging. De jachtopziener had dus behoefte aan een hond die niet beet. Tot kort tevoren werd de Bulldog wel gebruikt doch bleek niet zo geschikt omdat hij te fel was en de stroper te veel beschadigde zodat ophanging niet meer nodig was. Ophangen van de stropers was nodig en diende ter afschrikking van het volk. De hond moest uithoudingsvermogen hebben, langs de fiets kunnen lopen en zijn werk kunnen doen op wild terrein. Hij moest alert zijn, goed tegen weersinvloeden bestand en het liefst donker van kleur zijn daar hij vaak zijn werk in het donker en in de nacht moest doen. Hij moest de stropers aanspringen, omverwerpen en in bedwang houden totdat de jachtopziener hen kon insluiten.
En zo ontstond The Keepers Nightdog zoals men hem toen noemde. De aandacht voor het ras werd groter, want uit noodzaak was zeer streng op werkkwaliteiten gefokt. Er werden zelfs wedstrijden gehouden en demonstraties om hun kunnen te tonen. Grove prijzen werden er voor de bewezen goede exemplaren betaald. Zo is het bekend dat in 1901 een kennelhouder op de tentoonstelling kwam, die geld gaf voor diegene die op de been wist te blijven na aanspringen van zijn Bullmastiff. Tot drie maal toe probeerde een man, die toch ervaring met honden bleek te hebben het, maar het lukte hem niet. Deze zo karaktervolle hond heette Thorneywood Terror. In het begin van hun ontwikkeling waren er natuurlijk ook honden bij die niet geschikt bleken omdat ze te zachtmoedig waren of zo bijterig, dat men ze niet kon temmen. Toen werd er dus een beroep gedaan op de fokkers die zich over het ras zouden gaan ontfermen! (Bestaat dat nu ook nog?). Door planmatig en selectief te fokken is de Bullmastiff uitgegroeid tot het huidige type wat we nu regelmatig op de tentoonstellingen zien. Een van de belangrijkste fokkers die zich voor de ontwikkeling van de Bullmastiff heeft ingezet is de bekende Mr. Sam Moseley. Mr. Moseley had de beroemde Farcroft kennel die later Bullmastiffs over de hele wereld heeft verkocht. Bekend zijn Farcroft Fidelity en Farcroft Silvo. Inmiddels ontwikkelde de kynologie zich ook en men ging zich beraden hoe de Bullmastiff er eigenlijk uit moest gaan zien. Ook deze ontwikkeling ging natuurlijk niet zonder problemen, want de aanhangers van het ras waren toch zeer zuinig op het karakter en dat mocht er vooral niet onder lijden. In de fokkerij bleek al gauw dat er terugslagen naar de voorouders kwamen. Dus naar het Bulldog-type en het Mastiff-type. Er moest ook een club opgericht worden: Mr. Moseley werd de eerste voorzitter van de National Bullmastiff Policedog Club. Dit was in 1925. Uit de naam van de club blijkt hoezeer de fokkers de bedoeling hadden een gebruikshond te fokken. In december 1924 erkende de Kennelclub het ras als zodanig en schreef de eerste Bullmastiff in het hondenstamboek. Alle honden die reeds drie generaties zuiver waren konden worden ingeschreven. Vanaf dat moment kon de Bullmastiff ook op de tentoonstellingen komen, de fokkerij kreeg grote populariteit en het ras begon aan zijn reis rond de wereld. Farcroft Silvo werd op de Cruffts in 1927 winnaar en kampioen en er waren al 47 Bullmastiffs gemeld. Genoemde Silvo was gestroomd en belangrijk in de opbouw van het ras. Ook de jaren dertig kende haar belangrijke honden die toonaangevend waren om de fokkerij de goede kant op te sturen, nl. Champion Wisdom of Wynyard en Husar Stinkor.

Ook een van de meest karakteristieke Bullmastiffs uit deze begin periode is de bekende Tiger Torus en zijn zoon Champion Tiger Prince, de eerste gele kampioen onder de Bullmastiffs in 1928. In de jaren 1920-1930 waren ook als goede opbouwers van het ras bekend: Derby Grip gestroomd 1923, Farcroft Fidelity geel 1921, Stapleford Agrippa gestroomde teef met Mastiff-bloed en Chips of Harbex gestroomd. Later weer de zeer bekende reu Roger of the Fenns. Bigg Bill of Harbex 1935-1945 won 109 awards. Men kan stellen dat deze bekende kampioen in iedere stamboom zit van de gestroomden. Toen kwam de oorlog. Voor mens en dier een moeilijke tijd, beide moesten overleven. Na de oorlog bleek dat er toch nog wel Bullmastiffs waren die deze periode hadden overleefd, o.a. bij de fam. Warren met de Harbox kennel.

Ook kwamen er weer nieuwe kennels bij zoals: Le Tasyll van Mr. D.J. Nash, Rosland van Miss Rose, Springwell van Mr. Richardson en Mulorna van Doris Mullin. Ook de Bullstaff kennel van de fam. Short. Al deze kennels en nog anderen hebben na de oorlog hard gewerkt om de Bullmastiff weer gestalte te geven en dat is hen gelukt met tal van bekende en vooraanstaande vertegenwoordigers uit het ras. Heel bekend werd de reu Achilles, gefokt in de kennel Bullstaff. In 1959 voegden zich nog twee fokkers aan het bestaande rijtje toe, nl. Yorkist van de fam. Reynolds en Oldwell van H. Collias. Bekend werd Collins Miss Muffet, Marquis en Martin. Dit waren kinderen van de bekende reu Vagehond of Mulorna. In 1960 kwam Mr. Price er nog bij met de kennel Lombardy. De kennel kreeg onder andere bekendheid vanwege de mooie helderrode kleur. Mr. Pratt werd bekend met zijn gestroomde honden in de kennel Kelwall. Hun kennel is opgebouwd uit Champion Ambassador of Buttenoak.En zo komen we met de Silverfarm en Bunsoro kennels en de kennel van Miss Cox met haar Colom honden aan het huidige bestand. Ook in Nederland, Belgie en Duitsland heeft het ras zich op voortreffelijke wijze ontwikkeld. Nederland is de familie Hammink en Boerman zeer erkentelijk voor de zorg over dit ras. Voor Belgie mag zeker de fam. Loeckx niet vergeten worden met hun bekende Woodbull Farm honden. Duitsland kent o.a.de fam. Siebold met hun Vom Antoniushof honden en Olga Weise met haar Ex-Brittania kennel.

De Opvoeding
De aspirantkoper.
Iedere hond en zeker een Bullmastiff dient men zeer weloverwogen aan te schaffen. Even bewust kiest men voor een pup. U heeft gekozen, of gaat kiezen, voor een pup die over het voor het ras kenmerkende raseigenschappen beschikt. Dit zijn niet alleen de in het oog springende uiterlijke kenmerken, maar tevens kiest u voor een pup met de voor het ras typische karaktereigenschappen die generaties lang, door middel van goed fokken, zijn vastgelegd. Uw raskeuze is uitvoerig besproken met de overige gezinsleden en naast het lezen van verschillende informatie boekjes heeft u zich uitvoerig laten informeren door de rasvoorlichter van de BMCN. Vanzelfsprekend heeft u verschillende volwassen honden van het ras van uw keuze gezien en met de bezitters en fokkers van de Bullmastiff gesproken.

De fokker.
Indien u een fokker heeft gekozen via de pup-informatie van de BMCN dan geeft dat enige mate van zekerheid maar geen garantie voor een volmaakt, perfect in elkaar stekende pup! Een fokker die bij de BMCN is aangesloten dient zich te houden aan de fokvoorwaarden zoals die door de BMCN zijn vastgesteld. Dit houdt o.a. in dat de ouderdieren HD-geröntgend zijn en dat beide ouderdieren zijn goedgekeurd of fokbeoordeeld door een exterieurkeurmeester.

Het nest.
Eindelijk, u ontvangt van de fokker van uw keuze het bericht dat het nestje is geboren. De meeste fokkers laten de eerste 3 á 4 weken geen bezoekers toe bij het nest, dit ten eerste om de rust te waarborgen en veel fokkers zijn bang voor het niet denkbeeldige besmettingsgevaar. Echter de rol van de fokker is in deze periode van zeer groot belang. De ogen en oren van de pups zijn de eerst 14 dagen gesloten en alles wat zij ervaren gaat via de neus. Door dit orgaan vinden zij direkt na de geboorte de melkbron en zij leren de moeder en overige pups herkennen. De fokker neemt de hondjes dagelijks meerdere malen op om ze te controleren en te wegen. Daarbij zorgt de fokker dat de pups veelvuldig de geur van de hand opsnuiven waardoor al heel vroeg de geur van mensen wordt 'ingeprent'. Na ongeveer 14 dagen zijn de ogen en oren open. De pups kunnen nu niet alleen de fokker ruiken, maar zien b.v. ook de reactie van de moederhond op de fokker en de pups maken een aanvang met het onderzoeken van de directe omgeving. Het zal u duidelijk zijn dat pups die opgroeien in kennels of in een schuur achteraf, ernstig beperkt worden in bun onderzoekingsdrift. Het is voor de ontwikkeling van de pups beter dat zij opgroeien in huiselijke kring. Voor een goed waarnemer zijn bij de pups de aanwezige karakters al te zien, maar die zullen zich de komende periode steeds verder ontwikkelen. Zo zal er beslist een 'haantje de voorste' in het nest aanwezig zijn. Meestal in zijn kielzog een pup die zich ook de kaas niet van het brood laat eten. Naar mate de weken vorderen zullen de pups veel leren. Door middel van stoeipartijen en schermutselingen met elkaar en moeder ondervinden de pups dat zij de baas kunnen spelen over de ene en het afleggen tegen een andere nestgenoot. Het meest brutale (dominante) hondje kan echter niet doen en laten wat hij wil, daar zorgt de moeder en later de fokker voor. De pups ondervinden dat het stevig in het oor bijten van een nestgenoot resulteert in een felle reactie en dat het hard in de neus van moeder bijten resulteert in een stevige afstraffing. Hij leert dus zijn bijtkracht te temperen en ervaart dat het dan heel leuk spelen is. De fokker zal de hond corrigeren wanneer deze zijn vlijmscherpe tandjes in zijn hand zet en zo leert de pup dat hij met mensen nog voorzichtiger moet zijn. Veelal is dit de periode dat u voor het eerst kennis maakt met het nest waaruit u een pup gaat kiezen. Ga regelmatig naar het nest kijken, de fokker zal niet van u eisen dat u onmiddellijk een keus maakt. Mogelijk zit in het nest een hondje dat u bijv. qua gedrag of kleur bijzonder aanspreekt. Indien de fokker u deze keuze afraadt, vergeet dan niet dat deze de hondjes lange tijd heeft kunnen observeren en het karakter van het hondje heeft leren kennen. De fokker heeft ook u leren kennen en is bekend met uw gezinssituatie. Er is veel geschreven over de zgn. puppytest. Ga nooit zelf experimenteren! Het is zeer waarschijnlijk dat u het gedrag verkeerd interpreteert. Neem, indien u een dergelijke test wenst, na overleg met de fokker een deskundige mee. Niet alle fokkers zijn echter gecharmeerd van dit soort testen, zij hebben al het één en ander meegemaakt met goedwillende deskundigen.

De pup in huis.
Voor het voeden van de pup dient u zich te houden aan de voedingslijst van de fokker. Heeft u vragen of zijn er problemen, u dient altijd in eerste instantie de fokker te bellen voor advies. Er zijn mensen die de pup even laten controleren door hun dierenarts. Dit geeft een veilig gevoel en hun dierenarts heeft dan al kennisgemaakt met het hondje en zijn nieuwe bezitters en kan bij eventuele vragen het juiste advies geven. Vanzelfsprekend kunt u met uw vragen ook bij de rasvereniging terecht. Echter U moet uw pup opvoeden tot een hond die niemand tot last is en waar u de komende jaren een fijne huisgenoot aan hebt. Dat opvoeden begint al op het moment dat de pup bij u in huis komt. Voordat de pup thuis komt heeft u er natuurlijk voor gezorgd dat alles in orde is. Dat houdt in: een ruime mand of brits op een tochtvrije plaats, een stevige drink- en voerbak, een halsband en riem. Maar het belangrijkste is wel dat er met alle gezinsleden afspraken zijn gemaakt over wat de pup wel en beslist niet mag! Haal uw pup zo mogelijk 's morgens bij de fokker op. De pup heeft dan een groot gedeelte van de dag om een beetje te wennen. Maak wel vanaf de eerst dag duidelijk dat er regels zijn waaraan hij zich heeft te houden. Trachten het kleedje van de tafel te trekken moet met een duidelijk NEE of FOEI beantwoord worden. Die dit rustig maar wel resoluut. Vaak helpt het wanneer u de hond afleidt met speelgoed dat wel voor hem bestemd is. Vanzelfsprekend heeft u het Perzisch tapijt en uw antieke meubels verwijderd en voorlopig opgeborgen.

Wat wel en niet mag.
Niets is meer vertederend dan een jong hondje en zeker een Bullmastiffpup zal de met het gezin afgesproken regels doen vergeten. Toch zijn er een aantal zaken die u de pup beslist niet mag toestaan. Een van die dingen is het traplopen. Zeker het eerste jaar zult u, indien er trappen moeten worden gelopen, uw hond moeten dragen. Zeker geen geringe opgave gezien het gewicht dat een Bullmastiff heeft op de leeftijd van bijv. 5 maanden. Het traplopen is voor een pup funest omdat dit de gewrichten te veel op een verkeerde manier zal belasten. Een jonge hond heeft veel kraakbeen dat de tijd nodig heeft om te harden. Daarom is het ook onverstandig uw pup toe te staan u op twee pootjes te begroeten, dit mag u ook niet toestaan wanneer u in uw stoel zit en de pup uw aandacht wenst. Dit "gewiebel" op de achterpoten is funest voor de goede ontwikkeling van de heupgewrichten. Uw pup zal uitgroeien tot een hond van flink formaat en gewicht. Bij alles wat u de hond toestaat dient u zich af te vragen of u het ook kunt tolereren wanneer de hond volwassen is. Bijvoorbeeld, een pup op schoot is gezellig, maar een volwassen Bullmastiff ook? Ongewenst gedrag dient u met een resoluut NEE of FOEI te bestraffen zoals al eerder aangegeven. Op het moment dat de pup iets goeds doet moet u hem uitbundig belonen met BRAAF! Een Bullmastiffpup zal veelal erg onder de indruk zijn van uw gemopper en echt straffen zal zelden nodig zijn. Het zindelijk maken is voor u als kersverse eigenaar de eerste testcase. Een goede hulp is de pup na het eten en slapen even buiten te zetten. Trekt u zich niets aan van de verhalen van mensen die een pup binnen een paar dagen zindelijk hadden. Een pup doet zoveel indrukken op en gaat vaak zo op in zijn spel dat hij gewoon vergeet dat het niet in de kamer mocht. Wanneer u met uw pup naar buiten gaat geldt hetzelfde, ook hier is zoveel afleiding dat de pup soms vergeet iets te doen. Mocht de pup iets in huis doen dan moppert u flink. Met de neus door het plasje halen heeft geen enkele zin. Het heeft nog geen pup eerder zindelijk gemaakt en dient achterwege te worden gelaten. Rustig blijven en uitbundig belonen indien de pup zijn behoefte op de juiste plaats doet.
Wat te doen indien uw hond iets heeft uitgehaald of vernield tijdens uw afwezigheid. Vooral een Bullmastiff is bijzonder gevoelig voor uw stemming en de intonatie van uw stem. Omdat het voor u onmogelijk is uw stem vrolijk te doen klinken wanneer u zegt 'wat is hier gebeurd' zal uw hond ineenkrimpen en proberen weg te kruipen. Straffen, hoe menselijk ook, beeft geen enkele zin. Ruim met veel verbaal geweld de overblijfselen van uw meubilair op en zorg er voor dat het nooit meer kan gebeuren! Beter is het om dit soort problemen te voorkomen, want iedere hond zal in zijn jeugd wel iets vernielen. Ze blijven onderzoeken, uitproberen en hun grenzen verleggen. Leer daarom uw hond op jonge leeftijd dat hij enige tijd alleen moet blijven. Dit kan bijv. in de bijkeuken of een aparte kamer. In ieder geval een ruimte waar hij weinig of niets kan vernielen. De pup kan in zijn mand een paar minuten worden opgesloten en mag weer bij u komen wanneer hij niet jankt of niet meer jankt. Wanneer u hem namelijk zou ophalen wanneer hij luidkeels zit te janken dan beloont u hem voor die herrie en zal hij bij een volgende gelegenheid nog harder tekeer gaan. U kwam dan immers aangesneld? Uw hond moet leren dat u altijd weer terugkomt en ook wanneer u maar even naar de bakker om de hoek gaat, sluit uw pup op. Want niets kan een jonge hond en zeker een jonge Bullmastiff zo snel als uw huis verbouwen. Bullmastiffs beschikken over het algemeen over goed ontwikkelde lippen en daar heeft u terdege rekening mee te houden. Geef bijv. nooit een lekkernij tijdens het koffiedrinken. Sta niet toe dat gezinsleden de hond tijdens de maaltijd voeren (vooral kinderen zijn zeer bedreven in het onder de tafel laten verdwijnen van broodkorsten), want het gevolg is dat u een bedelende Bullmastiff heeft met grote kwijlslierten aan zijn bek. Eventuele lekkernijen geeft u altijd in de voerbak. 'Prooinijd', dat wil zeggen, het agressief bewaken van de voerbak tijdens het eten is eveneens iets dat u absoluut niet kunt toestaan. Wanneer u deze neiging bij uw pup constateert, onmiddellijk ingrijpen!! Naast een stevige greep in het nekvel en bestraffend toespreken moet u er voor zorgen dat de pup uw handen bij de bak tijdens het eten als plezierig gaat ervaren. Dit kunt u bereiken door bijv. de voerbak op de grond te zetten en daar met uw hand een beetje voer in te doen en wanneer het bijna op is nog een beetje enz.

Uw pup mee naar buiten.
Na uw huis is de directe woonomgeving weer een hele nieuwe ervaring voor uw pup en alles zal aan een gedegen onderzoek worden onderworpen. Het zal voorkomen dat uw hond schrikt van een vreemd voorwerp of geluid. Iets dat u dan nooit moet doen is de pup aanhalen want daarmee bevestigt u de angst van de pup. U geeft immers aan dat het inderdaad een heel gevaarlijke vuilniscontainer is, 'braaaaaf hondje, ja hoor wees maar bang, heel braaf' NEE, er is namelijk niets aan de hand en dat maakt u de hond duidelijk door resoluut door te lopen of eventueel naar het voorwerp toe te stappen en het aan te raken. U bepaald het gedrag van de hond, ALTIJD! Neem uw pup veel mee naar buiten en laat hem met allerlei situaties bekend worden. Laat hem kennismaken met mensen en andere honden, maar zorg er altijd voor dat het positieve ervaringen zijn. Neem uw kleine pup niet mee naar de markt waar hij over het hoofd wordt gezien en de kans loopt dat iemand hem op de tenen staat. De markt is prima wanneer hij iets ouder is. Een veel gehoord probleem is; 'mijn hond is zo bang voor andere honden omdat hij als pup is aangevallen'. Kan, maar waarschijnlijker is het dat die mensen na een dergelijke ervaring vreselijk zijn geschrokken en andere honden zijn gaan ontlopen en daarmee de pup positieve kontakten met andere honden onthielden. Een 'aanval' van een oudere hond kan een heel vervelende ervaring zijn, maar het kan ook zijn dat de pup te brutaal was en door de oudere hond is gecorrigeerd en iets dat iedere pup heel goed kan is moord en brand schreeuwen! Zelfs indien men met een werkelijk gestoorde hond te maken krijgt die de pup niet juist bejegend, dan nog is dit een slechte ervaring op een heleboel goede. Maar een gestoorde hond mag niet de reden zijn uw pup die waardevolle kontakten met andere honden te onthouden. Het is niet juist uw pup of jonge hond onbeperkt met andere honden te laten spelen. Eindeloos achter ballen of stokken aanrennen is eveneens af te raden. Geef uw pup of jonge hond de juiste gedoseerde beweging en meld u aan voor een puppycursus bij de plaatselijke kynologenvereniging. Wees uitermate voorzichtig met cursussen die middels advertenties worden aangeboden. Vaak onder de meest fantastische namen zoals 'hondenschool' of 'onder leiding van een hondenpsycholoog'. Een ieder is vrij zich hondenpsycholoog te noemen en een ieder met een beetje achtertuin is vrij een cursus te geven. Wanneer uw pup zich brutaal opstelt naar andere honden toe, bijv. blaffend aan zijn riem hangt en u ziet dat hij het niet doet om de andere hond uit te dagen tot spelen, dan corrigeert u hem onmiddellijk. Veel mensen vinden het grappig, zo'n kleine Bullmastiff die met strak opgeheven staart en stramme pootjes tracht indruk te maken op een forse oudere hond. Maar is dat nog zo leuk als de hond volwassen is? Nogmaals, u bent verantwoordelijk voor het gedrag van uw hond en daarom geeft u al op heel jonge leeftijd aan welk gedrag u beslist afwijst.

De hond en kinderen.
Zelfs een leek op het gebied van hondengedrag weet dat hij een grommende hond die de tanden heeft ontbloot niet over de kop moet aaien. Een hond kent een heleboel uiterlijke kenmerken waaraan zijn gemoedstoestand is af te leiden. Vaak ziet alleen een goed waarnemer bepaalde gedragsveranderingen bij een hond, maar een heleboel gedragingen zijn voor een ieder herkenbaar. Bijv. het kwispelend vooroverzakken met de voorpoten en blaffen, het met stramme poten en strak opgeheven staart om een andere hond heenlopen enz. Wij herkennen dit gedrag en weten dat een hond uitdaagt tot spelen en in het laatste geval niet veel meer nodig heeft om de andere hond in de haren te vliegen. Volwassen herkennen deze gedragingen en zullen daar naar handelen. Een klein kind herkent dit niet, een klein kind herkent het grommen niet als een waarschuwing. Daarom is het niet alleen zaak uw hond te leren om te gaan met kinderen maar veel belangrijker is het dat uw kind leert omgaan met honden. Een hond zal altijd trachten een mindere in rang te domineren, of dit nu een soortgenoot is of een mens. Wanneer uw hond wat ouder is zal het hem inmiddels duidelijk zijn dat u de regels bepaald. Hij kent zijn plaats en erkent u als zijn meerdere.Een hond toont zijn dominantie tegenover een soortgenoot door deze op de grond te werpen en geruime tijd te houden. De mindere hond zal zijn plaats erkennen en stil blijven liggen. (U herkent dit beeld van een hond die zich op zijn rug werpt of 'klein maakt' wanneer er flink op hem wordt gemopperd) Wanneer bijv. een over de grond kruipende peuter in de buurt van de mand komt zal de hond mogelijk grommend aangeven daar niet van gediend te zijn. De peuter herkent dat niet als een waarschuwing en kruipt rustig door. Een echt brave hond zal uit zijn mand gaan om ergens anders te gaan liggen en gevolgd worden door de kruipende peuter die nu in zijn onderzoekingsdrift een vinger in het neusgat stopt van de grommende hond. De hond zal reageren zoals het voor een hond normaal is en het kind corrigeren. Een kind blijft echter niet stil op zijn rug liggen en verdient nu, in de ogen van een hond, een echte afstraffing. De gevolgen zijn natuurlijk vreselijk, maar is deze hond vals? Kinderen kunnen in hun onderzoekingsdrift heel wreed zijn en een hond echt tergen. Het is aan de ouders van het kind dit in goede banen te leiden. Laat nooit, nooit een kind alleen met een hond!!! Kinderen laten graag een hond uit. Toch is dit niet aan te raden. Niet omdat uw hond niet te vertrouwen zou zijn, maar wat indien uw hond agressief wordt bejegend door een andere hond. Veel volwassenen hebben moeite goed te reageren in een dergelijke situatie, voor een kind is het helemaal een vervelende ervaring. Een kind mist de kracht en overwicht om een Bullmastiff uit te laten en wanneer een Bullmastiff zijn zinnen op iets heeft gezet houdt geen kind dat tegen.

Bijna volwassen.
De puppytijd is voorbij en uw hond heeft de leeftijd van ongeveer 8 maanden bereikt. Uw hond luistert goed is heel plezierig in omgang, kortom een echte Bullmastiff. De strakke opvoeding heeft zijn vruchten afgeworpen.

Maar de natuur heeft nog een verrassing in petto. Ook de hond kent de puberteitsfase en die begint rond de 8e maand.

De hond, vooral een reu, zal in deze periode trachten zijn grenzen te verleggen, in zijn voordeel natuurlijk. Vooral gezinsleden die te veel tolereren zal de hond trachten te domineren. Het kan gebeuren dat de hond in deze periode weer gaat vernielen, stelen of niet wil komen wanneer u hem roept. Wees vooral resoluut en geef geen strobreed toe, ook deze periode gaat voorbij en dan is de basis gelegd voor die unieke relatie mens/hond.

Op Vakantie
Laat uw hond enten tegen hondenziekte, parvo, kennelhoest (para-influenza), leverziekte en ziekte van Weil. Deze vaccinaties zijn in één cocktailenting samengebracht. U vraagt dus gewoon naar "de cocktail", de dierenarts doet de rest. In het voorjaar begint ook de cyclus van de lintworm (via haar tussengastheer: de vlo) en van de spoelworm (er worden weer veel jonge dieren geboren en de buitentemperatuur stijgt) weer lekker op gang te komen. Ontwormen dus! Vraag uw dierenarts/dieren speciaal zaak naar een totaal ontwormingsmiddel! Dat bespaart u een hoop tijd en moeite.

Let op voorschriften van pensions, kennels of het land van bestemming: het is bijvoorbeeld erg vervelend dat u er pas in Denemarken achter komt dat je in Zweden geen huisdieren mee mag nemen!! Na verloop van tijd kunnen de eisen veranderen. Informeer dus tijdig bij uw dierenarts naar de update zijnde regelgeving.
Elk "buitenland" vereist een rabiës(=hondsdolheid) vaccinatie die minimaal één maand éérder gegeven is. Daarnaast heeft elk land nog wisselende eisen: meestal alleen een gezondheids verklaring (niet ouder dan 10 dagen), die echter soms nog gelegaliseerd moet worden door de RVV (rijksdienst voor keuring van vee en vlees) of door het consulaat van het te bezoeken land, raadpleeg hier voor uw dierenarts. De entingen dienen niet langer dan een jaar geleden te zijn gegeven en moeten ook nog geldig zijn als u op terugreis de grens naar Nederland oversteekt.

Elk pension eist voor honden tegenwoordig ook een extra kennelhoest enting (dit is een aanvullende neusdruppel/enting tegen de kennelhoest bacterie) die niet ouder mag zijn dan 6 maanden en die net als de rabiës minimaal een maand oud moet zijn. Die eis, minimaal een maand oud, houdt verband met de tijd die nodig is om voldoende antistoffen tegen een ziekte op te bouwen. Genoemde behandelingen zijn totaal onschadelijk maar voorkomen een boel ellende!

Verder is van belang nog even op te merken, dat diverse teken verschillende soorten ziektes kunnen overbrengen. In Nederland is dat de Borrelia-infectie, in het Middellandse zeegebied de Piroplasmosis, vooral in de Dordogne in Frankrijk. Bij deze ziekte ontstaat bloedarmoede. U dient dan elke dag uw hond te onderzoeken op eventuele teken. Een goede vlooien/tekenband en een tekentangetje zijn hier op zijn plaats. Eventueel kunt u de "tekenprik" laten geven. Deze beschermt 4 tot 6 weken, niet tegen de teken, maar wel tegen de ziektes die ze overbrengen.

Ook ander ongedierte (zandvlo/muggen 2-3mm.) kunnen ziektes overbrengen. Het risico gebied , het Middellandse zeegebied en Portugal ,de ziekte kan na jaren na de vakantie nog optreden en leidt vaak tot de dood. Er is bijvoorbeeld van Frankrijk een landkaart waar alle tekenziekte gebieden aangegeven staan. Neem uw eigen hondenvoer mee en let ook op het drinkwater, niet alle landen hebben schoon drinkwater zoals wij. Vraag er weer naar bij uw dierenarts!

Epiloog
Een fokker steekt ontzettend veel tijd en energie in het verbeteren van het ras en zal trachten met zijn fokprodukten de rasstandaard zo dicht mogelijk te benaderen.

De rasvereniging behartigt de belangen van het ras en adviseert fokkers, bezitters en aspirantbezitters waar mogelijk.

U, als bezitter van een Bullmastiff bepaalt het gedrag van uw hond, ALTIJD!
Afbeelding
GAIA
Plaats reactie

Terug naar “Rasstandaards”